door Huib Boogert STELLENDAM (ZH) - Nederlandse europarlementariërs geven toe dat de Nederlandse Noordzeevissers het beste systeem hebben ontwikkeld om binnen de opgelegde EU-quota te vissen en tóch een redelijke boterham te verdienen.
Nederland is het enige land binnen de EU, waar de vissers elkaar controleren op quotaoverschrijdingen en waar eventuele overtreders privaatrechtelijk worden beboet. Dat gebeurt allemaal binnen de z.g. Biesheuvelgroepen die sinds 1993 bestaan. Voorts zijn quota binnen die groepen onderling verhandelbaar.
Op de jaarlijkse Dag van de Nederlandse Zeevisserij, afgelopen zaterdag in en rond de vissershaven van Stellendam (ZH) , werd van diverse kanten gesuggereerd dat dit soort zelfcontrole door alle Noordzeelanden ingesteld zou moeten worden.
Dat vraagstuk is actueel, nu de EU voorstellen heeft gedaan voor herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid voor de komende tien jaar. De nieuwe periode moet op 1 januari 2003 ingaan.
Europees-Parlementsleden Albert-Jan Maat (CDA) en Herman Vermeer (VVD) erkenden dat de huidige visserijcrisis het gevolg is van een sluimerende politieke en strategische crisis binnen de EU. "Het gemeenschappelijk belang lijkt te verworden tot een optelsom van nationale belangen. Zo dreigt de zee niet van iedereen, maar van niemand te worden", profeteerden Maat en Vermeer.
Ze werden in hun oproep gesteund door de voorzitter van het Productschap Vis, P.J.H.M. Loonen: "Laat alle landen rond de Noordzee ons volgen. Dat is de beste garantie voor een duurzame visserij." Loonen vindt het onverteerbaar dat regels, normen, controles, boetes en subsidies per land nog altijd verschillen, ook na 20 jaar Gemeenschappelijk Visserijbeleid. "Het is bijvoorbeeld te gek voor woorden dat nog altijd niet duidelijk is of de vissers in sommige lidstaten zich aan de quota houden."