Aanstormend talent Raymond Schouten (nummer 61) leidt een groepje op het circuit van Assen. Via een wildcard heeft de pas 17-jarige Schouten zich weten te kwalificeren voor zijn eerste GP.

ASSEN - Zoals bij de World Cup voetbal in Japan en Korea waar historische momenten uit voorgaande WK's worden vertoond, stond de tijd ook even stil op de 72e Gauloises Dutch TT. Via de enorme jumbobeeldschermen langs het circuit van Drenthe mochten de toeschouwers nog even meegenieten van Wil Hartogs triomftocht in 1977. Hoewel nadien Jack Middelburg, Hans Spaan en het zijspanduo Streuer-Schnieders de harten van het TT-publiek stalen, is in de Nederlandse motorsport daarna echter schraalhans keukenmeester geweest. Zelfs Jurgen van den Goorbergh heeft momenteel niet het recept in handen om zijn fans een sterrendiner voor te schotelen.

Waar zijn dan de talenten gebleven die ons land weer in de vaart der bikers kunnen opstoten? In Spanje hebben ze de zaken in elk geval grondig aangepakt in de speurtocht naar opvolgers voor Carlos Checa, Alex Crivillé en Sete Gibernau. Neem de 17-jarige (!) Daniel Pedrosa die vandaag in de 125cc-GP vanaf pole position van start gaat. De Honda-coureur is ondergebracht bij het Telefonica Movistar Junior Team, waarvan ook leeftijdsgenoot Joan Olive deel uitmaakt. Toni Calvo, de directeur van het Spaans kampioenschap dat door GP-promotor Dorna wordt ondersteund, legt de filosofie uit achter een meerjarig project dat werd aangeslingerd door Alberto Puig, de baas van het Grandprixteam.

"We hebben in 1999 de Telefonica Movistar Cup opgezet om jong talent op te sporen. We stuurden 6000 inschrijfformulieren rond, selecteerden daaruit 400 rijders van wie er tenslotte 25 werden uitgekozen om met de straatversie van de 125cc-Honda aan de cup mee te doen. Alles werd voor hen betaald, behalve hun reis- en verblijfkosten. We lieten die jongens ook van motorfiets wisselen, waardoor de snelsten vanzelf naar voren kwamen. Dat proces hebben we in 2000 herhaald en tegelijkertijd een team laten rijden in het Spaans kampioenschap. Daarin eindigden Joan Olive als eerste, Raul Jara als tweede en Danny Pedrosa als vierde (met vier pole positions). Ook in 2001 steunden we zo'n team in het nationaal kampioenschap. Weer met Pedrosa en Olive maar nu ook met Toni Elias die een speciale band heeft met Alberto Puig. Het begint zijn vruchten af te werpen, want allen rijden nu Grands Prix. Niemand zet die gastjes onder druk, ze doen mee om te leren en om progressie te maken. Met de cup zijn we nu gestopt, omdat we intussen genoeg talent hebben ontdekt om ons daarop te kunnen richten. We blijven in het nationaal kampioenschap nog wel teams met Spaanse maar ook buitenlandse coureurs sponsoren. Het is onze intentie om met dat puikje rijders door te gaan", verklaarde Calvo de opkomst van de Spanjaarden in met name de 125- en 250cc.

Maar er gloort hoop aan de Nederlandse horizon. Beter goed gestolen dan slecht bedacht, moet Martin van Genderen hebben gedacht toen vier jaar geleden het idee werd opgevat om een jeugdteam onder het De Graaf Grand Prix Team van Arie Molenaar te hangen. "Alberto Puig is ermee begonnen en wij hebben nu iets soortgelijks opgezet. We hebben de kennis in huis en nu gaan we eens kijken hoever we kunnen komen met die talenten. Want talent is er in Nederland zeker. Er wordt wel eens geroepen dat de jeugd geen mentaliteit meer zou hebben maar daar ben ik het totaal niet mee eens. De jeugd is anders, mondiger ook maar ze weten precies wat ze willen en waarmee ze bezig zijn", beweert Van Genderen, die vandaag zo'n pupilletje tijdens de TT in actie ziet. Via een wildcard heeft de 17-jarige Schouten, zoon van ex-GP-coureur Mar Schouten, zich weten te kwalificeren voor zijn eerste GP.

Het jonge coureurtje uit Waardhuizen zit in het opleidingsinstituut van Van Genderen, als ook de 18-jarige Stewart Voskamp (EK 250), de 15-jarige Lennart van Houwelingen (standaard TZR) en de 18-jarige crosser Willem Schouten. De Graaf Junior Racing Team is een privé-initiatief dat de gapende kloven van nationaal naar Europees en vervolgens naar Grandprixniveau hoopt te gaan overbruggen. De geselecteerden hebben daartoe 's winters een interne opleiding genoten dat een aftreksel is van wat in de GP's wordt vereist. In het derde seizoen van dit vijfjarig project kan de maat nog niet worden genomen. "Pas volgend jaar als we een volledig Europees kampioenschap gaan rijden, zal blijken of onze rijders toekomst hebben", beweert Van Genderen.

Jaap Timmer als voorzitter van de Stichting Motorwegraces Assen is eveneens van mening dat er genoeg Nederlands talent voorradig is om tot een TT-coureur uit te groeien. "Talent is er zat, maar een standaard gezegde is altijd eerst dat er geen geld is omdat Nederland een te kleine markt zou hebben. Onzin. Alleen zouden alle goedbedoelde inspanningen gebundeld moeten worden. De ene 'leading' partij daarin zou de motorbond KNMV moeten zijn, zoals dat in Spanje en Italië het geval is. Pas daarna komt vers twee, het geld. In eerste instantie moet er beleid zijn. De KNMV moet daarin zijn verantwoordelijkheid nemen en niet alleen over conditietraining praten", aldus Timmer, voor wie het zonneklaar is dat de Dutch TT financieel gebaat zou zijn met een Nederlandse coureur die weer eens aan de weg timmert.

Gera Nieuwenhuis van de KNMV (hoofd sportzaken) verklaart evenwel dat de motorbond niet stil zit. Er is een op de wegrace geënt topsportbeleidsplan in de maak dat over twee, drie maanden wordt gepresenteerd. "Gesprekken met teams worden daarin meegenomen", bekent zij. Bovendien verwijst zij naar recent gegraven kweekvijvers waaruit teams straks kunnen vissen (minibikes vanaf zes jaar, de standaard 125cc-opleidingsklasse en de brommerklasse vanaf 12 jaar). Van Genderen wacht het beleidsplan belangstellend af. Met enig voorbehoud: "Voor het eerst heb ik nu het gevoel dat de bond ons aanhoort en dat er ook wat gebeurt. We staan nu op het punt of we de KNMV meer of helemaal niet bij ons project moeten betrekken. De bond zou ermee gebaat zijn als er jeugd doorbreekt, maar de basis daarvoor blijft smal. Ik ben elke dag met het team bezig, terwijl een bond ook andere belangen heeft."

zoek naar gerelateerde artikelen

za 29 juni 2002