AMSTERDAM - De Europese Commissie wil een dam opwerpen tegen de import van spotgoedkoop graan uit de Oekraïne en delen van Rusland rond de Kaspische Zee. Brussel wil dat er vaste heffingen en quota komen voor dit graan in het kader van de Werelhandelsorganisatie WTO.
Momenteel is de importheffing op graan dat de EU binnenkomt afhankelijk van de dagprijs op de goederentermijnmarkt in Chicago. Hoe lager de prijs ligt, hoe hoger de heffing. De Unie doet dat ter bescherming van haar eigen, zwaar gesubsidieerde, boeren.
Toch is de import van graan uit de landen rond de Kaspische Zee sinds vorig jaar sterk gestegen. Deze producenten bieden graan en rijst aan tegen prijzen die ver onder die van de beurs in Chicago liggen, hoewel ze dezelfde heffingen aan de EU moeten betalen.
Het is echter de vraag of de EU-lidstaten de commissie toestemming geven om binnen de WTO te gaan onderhandelen over een nieuw systeem met vaste heffingen en quota. Sommige landen vinden dat de Unie met haar hoge tariefmuren juist de economische ontwikkeling in arme landen schaadt.
Ondertussen groeit de Europese berg met onverkocht, gesubsidieerd graan gestaag door. Ondanks eerder ingezette hervormingen, waarbij de Europese productsubsidies geleidelijk worden afgebouwd, is er in het oogstseizoen 2001/2002 minstens 42.000 ton graan ter interventie meer aangeboden dan het jaar daarvoor.
De grootste producenten van graanoverschotten zijn Duitsland (voornamelijk de voormalige DDR), Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Finland en Denemarken.