BARNEVELD - Fractievoorzitter Kars Veling van de Christenunie mag ondanks forse interne kritiek over de pijnlijke verkiezingsnederlaag van zijn partij toch aanblijven als partijleider.
Tijdens een ingelast partijcongres naar aanleiding van de verkiezingen van 15 mei kreeg een motie om de in opspraak geraakte lijsttrekker tot opstappen te dwingen en te vervangen door Kamerlid Rouvoet geen steun van een overgrote meerderheid van de Christenunie-aanhang.

|
Kars Veling (Foto: ANP)
|
De meeste partijgenoten van Veling vonden dat hij kon aanblijven als fractieleider nadat vorige maand al was geconcludeerd dat de verkiezingscampagne fors te wensen overliet, maar dat dit niet de kop van de partijleider hoefde te kosten. Ook Veling zelf had al toegegeven dat er fouten waren gemaakt.
De vorig jaar uit GPV en RPF gevormde nieuwe christelijke partij leek in de peilingen lange tijd op weg naar een winst van vijf naar zes of mogelijk zelfs zeven zetels. Op 15 mei bleken dit er echter slechts vier, ofwel een onverwacht en pijnlijk verlies van een zetel.
Naast het feit dat een deel van de aanhang door alle onzekerheid na de moord op Fortuyn alsnog voor zekerheid naar het CDA ging, werd ook de te onduidelijk overgebrachte bijbelse boodschap en de veel te linkse koers van de Christenunie door critici binnen de partij gehekeld.
Zo werden voor de verkiezingen de VVD en LPF min of meer uitgesloten door Veling en schurkte diens partij de jaren daarvoor in plaats van bij het CDA, regelmatig aan tegen de PvdA en andere linkse partijen, hetgeen zich onder meer uitte in een Christenunie-pleidooi de aftrek van de hypotheekrente flink af te toppen.
De vooral door interne kritiek geplaagde Veling reageerde na afloop van het congres opgelucht dat hij kon aanblijven. "Ik zie dit als een ondubbelzinnige steunbetuiging", aldus de Christenunie-leider, die nogmaals zijn fouten erkende.
"Maar ik ben ervan overtuigd dat we nu in de Kamer een goede plek hebben en klaar zijn voor een uitdagende stijl van oppositie voeren. We zullen de coalitie van CDA, LPF en VVD vooral kritisch volgen op sociaal en milieugebied. De signalen uit de formatie zijn wat dat betreft niet gunstig."