AMSTERDAM - Een groep van honderd opgelichte particuliere beleggers gaat de rollen omdraaien. Zij slepen toezichthouder AFM (Autoriteit Financiële Markten) binnenkort voor de rechter. De beurswaakhond van Arthur Docters van Leeuwen moet zich verantwoorden omdat hij volgens de beleggers heeft zitten slapen bij het laten passeren van een malafide en inmiddels gefailleerde vermogensbeheerder, opererend onder de naam 'Befra'.
Als gevolg daarvan kon de vermogensbeheerder een deel van het toevertrouwde fortuin ongestoord besteden aan reizen, dure hotels en een kapitale boerderij in België. Behalve de AFM wordt onder meer ook huisbankier Rabobank aangesproken op de schade van €4,5 miljoen.
Vermogensbeheerders Friesland Bank Securities (FBS) en Van der Hoop Effectenbank zijn door de beleggers eveneens aansprakelijk gesteld, en vinden binnenkort een dagvaarding op de mat. De banken zijn volgens Willem Jan van Andel, raadsman van de gedupeerde beleggers, in gebreke gebleven door in zee te gaan met een vermogensbeheerder met een ondeugdelijke beleggingsconstructie die bovendien niet over de vereiste vergunning beschikte.
Van de banken heeft met name de Rabobank Bunnik boter op het hoofd, meent Van Andel. "Pas twee jaar na het aangaan van een relatie met Befra komt de bank er achter dat diens activiteiten niet deugen en er een vergunning ontbreekt."
Het beleggingsdrama begint in 1998, de goeie ouwe tijd van exploderende beurskoersen. Een voormalig accountmanager bedenkt een 'slimme' constructie voor vermogensopbouw. Beleggers dienen hun geld in te brengen in een besloten commanditaire vennootschap (cv). De constructie is fiscaal interessant omdat de belegger als stille vennoot onder meer alle kosten voor het beheer van de effectenportefeuille kan aftrekken.
De cv-bedenker biedt zijn idee aan bij het snelgroeiende adviesbureau FRA in Bunnik. De FRA (dat evenals Befra twee jaar later failliet zou gaan) was op dat moment onderdeel van Achmea. De FRA zag wel brood in het toevoegen van een beleggingspoot aan de organisatie. Daarmee was 'Stichting Befra' geboren.
"In korte tijd waren honderd beleggers bereid om in totaal €12 miljoen bij Befra onder te brengen", vertelt de advocaat van de beleggers. "Twee jaar later had het vermogen op z'n minst €13,6 miljoen moeten bedragen, maar in plaats daarvan restte de beleggers nog maar €9 miljoen."
Befra beweerde te beschikken over een vergunning van zowel de toenmalige toezichthouder STE (inmiddels AFM geheten) als van De Nederlandsche Bank. In praktijk had het uitsluitend een vrijstelling van de STE als 'cliëntenremisier'. "Op basis daarvan had het zich moeten beperken tot het aanbrengen van klanten bij vermogensbeheerders. In praktijk was Befra zélf vermogensbeheerder, en dat blijkt ook overduidelijk uit de statuten", aldus de raadsman.
"Wat Befra de beleggers bovendien niet vertelde, is dat de gekozen cv-constructie grote risico's voor de deelnemers in zich verborg. Zo was er geen sprake van afgescheiden vermogens per deelnemer, waardoor de ingelegde gelden in feite samensmolten met het vermogen van Befra. De voorzitter van Befra, tevens beherend vennoot over alle cv's, kon zo vrijelijk beschikken over het geld van de beleggers, hetgeen hij zeker niet naliet. Grote bedragen maakte hij op aan een appartement in Scheveningen, dure hotels in tropische oorden en een aanbetaling op een kapitale boerderij in België. Voor een deel werd dit geld in contanten opgenomen bij de Rabobank."
Toezichthouder AFM heeft volgens Van Andel afgelopen maandag tijdens een voorlopig getuigenverhoor toegegeven dat de registratie van het beleggingsbedrijf 'niet correct' is verlopen. De toezichthouder liet de registratie van Befra als cliëntenremisier afhandelen door een secretaresse van de afdeling toezicht. Daardoor zou het de toezichthouder volkomen ontgaan zijn dat Befra met z'n cv-constructie in feite vermogensbeheerder was die zelfstandig kon beschikken over de ingelegde gelden. Bovendien zou de toenmalige STE volgens zowel FBS als Van der Hoop Effectenbank een positieve verklaring hebben afgegeven, toen deze banken navraag deden over Befra. De toezichthouder ontkent dit in het getuigenverhoor.
Pas in april 2000, twee jaar na de vergunningaanvraag, waarschuwde de toezichthouder publiekelijk voor de risico's van het beleggen via een cv-constructie. Befra zelf kreeg toen de opdracht om de activiteiten te staken. Vier maanden later ging het failliet.
AFM wil geen reactie geven zolang de zaak onder de rechter is. Rabobank Nederland zegt een deel van de schade te willen schikken, maar de beleggers vinden het bod te laag. Tegen de vermogensbeheerder in kwestie loopt inmiddels een strafrechtelijk onderzoek. De beschuldigingen aan zijn adres doet hij zelf af als leugenachtig. "Het enige geld dat ik aan Befra heb onttrokken is de beheersfee van 2%, die mij contractueel toekwam."