door Hans Kuitert KABOEL - Afghaanse vluchtelingen keren massaal terug naar hun opkrabbelende land. Een miljoen van de 3,5 miljoen ballingen is in de afgelopen zes maanden al naar huis gegaan. Economisch, sociaal, medisch en educatief komen ze van de de regen in de drup, want het door 23 jaar oorlog en bezetting verwoeste land biedt nu niet bepaald een verantwoorde start voor een beloftevol nieuw leven.
|
Afghaanse vluchtelingen op de terugweg naar huis. Van de 3,5 miljoen ballingen zijn tot nu toe meer dan een miljoen teruggekeerd. (Foto: De telegraaf)
|
Anders dan de miljoenen gelukszoekers die Europa buiten de deur wil houden, blijken de Afghanen bereid te zijn gevaren te trotseren waarvoor anderen zeggen te zijn gevlucht. En dat houdt ook, of misschien juist, het gebrek aan economisch perspectief in.
Bij de grens met Pakistan in Thorkham, aan het einde van de pittoreske Khyberpas, arriveren ze dagelijks in drommen. Maar ook bij Chaman in het zuiden of bij Islam Qila aan de Iranese grens stromen ze terug naar hun vaderland. Met invalide of ziekelijke familieleden op een tonga (een paardenkar), in volgepakte bussen, bovenop hoesterige vrachtwagentjes. Het is een omgekeerde exodus.
"Eindelijk kan ik terug", zegt Ghulam Khan. En terug is dat aan puin geschoten dorpje, ergens in een vergeten met mijnen bezaaide vallei in de provincie Kunar ten zuiden van Kaboel. Het kan hem niet veel schelen dat hij een klein startbedragje krijgt van de VN-organisatie voor de vluchtelingen (Unhcr). "Ook zonder geld was ik teruggekeerd. Het vechten is opgehouden, we zijn weer veilig." Na enig aandringen wil hij kwijt dat hij het beu was in Pakistan te moeten wonen. Tussen beide volkeren botert het niet.
Unhcr-woordvoerder Yusuf Hassan verwacht tegen het eind van het jaar de twee miljoenste terugkeerder te kunnen registeren. Hassan is bezorgd. De donateurs hebben de voor dit jaar toegezegde 271 miljoen dollar nog lang niet gestort. Het bedrag is bovendien veel te klein om de aanwassende stroom adequaat te helpen en te verhinderen dat er een nieuwe humanitaire ramp dreigt.
Het verlangen terug te keren zit heel diep, zelfs onder de geschoolde Afghanen die naar het Westen wisten uit te wijken. Het zijn deze mensen die Afghanistan kunnen helpen opbouwen en anders dan de vluchtelingen laten ze in het tweede, westerse vaderland een redelijke bestaan achter. De vluchtelingen uit Pakistan en Iran staan niet voor zo'n keuze. Zij verruilen een miezerig vluchtelingenkamp voor een al even uitzichtloos dorpsleven.
Sayed Hashmatullah Moslih is zo'n geschoolde balling die is teruggekeerd. Hij heeft ontdekt dat het Afghaanse establishment en dat zijn de vechtjassen en hun krijgsheren, vijandig staat tegenover de intellectuele Afghanen uit het Westen. Pogingen van Hashmatullah om een baan bij een ministerie te krijgen, zijn daarom mislukt.
"De internationale gemeenschap zegt dat goedopgeleide Afghanen zoals ik moeten terugkeren. Maar de oude Afghaanse clans en krijgsheren die het weer voor het zeggen hebben, lusten ons niet. Voor hen ben ik een buitenstaander. Er zijn maar twee manieren om hier iets te bereiken, via bloedbanden of met zeer zware oppositie van het gewapende soort."
Dan schampert hij: "En dan wil het Westen hier democratische ontwikkelingen. Het enige dat al die lui van de regering nu bezielt, is het terugkrijgen van het oude Afghanistan. Het Afghanistan van de wapens, van de clanbanden, van de eeuwige strijd. Wie denkt dit van buitenaf te kunnen veranderen, vergist zich. Zelfs van binnenuit kan het niet."
Voor Hashmatullah is de Loya Jirga, de stammenvergadering die eerder deze week na veel geruzie werd beëindigd, het beste bewijs dat iedereen alles bij het oude wil laten. Hashmatullah gaat voorlopig terug naar huis, naar Australië. Anderen die vanuit het Westen willen terugkeren, adviseert hij hetzelfde. "Eerst maar eens zien of Karzai en zijn club bereid zijn echte vooruitgang te bewerkstelligen. Ik heb daar zo mijn twijfels over gekregen."