KARACHI - Bij een aanslag met een autobom voor het Amerikaanse consulaat in de Pakistaanse havenstad Karachi zijn gisteren minstens elf mensen om het leven gekomen. Onder de doden waren geen medewerkers van het consulaat, de slachtoffers hadden allen de Pakistaanse nationaliteit. In reactie op de aanslag hebben de Verenigde Staten besloten de ambassade en consulaten in Pakistan voorlopig te sluiten.

|
Een van de auto's die door de bomaanslag werd vernietigd, ligt voor het Amerikaanse consulaat in de Pakistaanse kuststad Karachi. (Foto: AP)
|
De bomaanslag komt de dag nadat de Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld Pakistan had bezocht in een poging de spanningen tussen het land en India te verminderen. Maandag bekijken de Amerikanen of de missies in het land weer open gaan.
De terreurdaad in Pakistan van gisteren was al de vierde dit jaar die tegen buitenlanders - en met name Amerikanen - gericht was. "Het is een duidelijke herinnering aan het feit dat ons land in oorlog is met terroristen die alle middelen gebruiken die tot hun beschikking staan om Amerikanen en anderen schade te berokkenen en dat mannen en vrouwen in de buitenlandse dienst risico's lopen bij het uitvoeren van hun werk", aldus regeringswoordvoerder Ari Fleischer.
Onder de doden waren vier Pakistaanse agenten die belast waren met de bewaking van het gebouw. Verder kwamen toevallige passanten, zoals bijvoorbeeld drie vrouwen die net hun pas behaalde rijbewijs wilden afhalen, om het leven.
Volgens de politie gaat het waarschijnlijk om een zelfmoordaanslag. In het gebouw zelf raakten een Amerikaan en vijf Pakistaanse medewerkers slechts lichtgewond door rondvliegend glas. De krachtige bom veroorzaakte een krater van meer dan een meter, sloeg een deel van de betonnen muur die het consulaat omringt weg en vernielde meer dan twintig auto's.
Een week geleden kreeg de politie een tip dat wederom een zelfmoordaanslag te verwachten was. Zij beschikte echter niet over details betreffende plaats en tijdstip. De aanslag vertoont gelijkenis met de bomaanslag in dezelfde stad waarbij op 8 mei elf Franse ingenieurs en twee Pakistani omkwamen.
Naar de identiteit van de daders wordt nog gegist. De tot nu toe onbekende groepering Al-Qanoon (De Wet) heeft in een bericht aan Pakistaanse media de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist, maar over de juistheid van die claim bestaat nog onduidelijkheid.
Dat achter de aanslag echter militante moslims schuil gaan die gekant zijn tegen de Pakistaanse steun aan de Amerikaanse oorlog tegen het terrorisme ligt voor de hand. Na de aanslagen van 11 september stopte Pakistan zijn steun aan het Afghaanse Taliban-bewind. In januari liet president Musharraf enkele duizenden radicale moslims oppakken. Het overgrote merendeel werd korte tijd later overigens weer vrijgelaten, maar die actie heeft hem vele binnenlandse vijanden bezorgd. Musharraf wordt inmiddels beschouwd als een van Washingtons belangrijkste bondgenoten.
Ook geheime diensten van vreemde mogendheden, zoals aartsrivaal en buurman India, staan echter op het lijstje van verdachten. "We bekijken de zaak van alle kanten", vertrouwde generaal-majoor Rashid Quereshi, de presidentiële woordvoerder, CNN toe, "inclusief de vraag of er wellicht vreemde inlichtingendiensten bij betrokken zijn. We hebben namelijk aanwijzingen dat er pogingen worden ondernomen Pakistan en de Pakistaanse economie te destabiliseren door investeerders angst aan te jagen."