AMSTERDAM - De uitbreiding van de Europese Unie zal een stroom van werknemers uit de voormalige Sovjet-satellieten losmaken die in West-Europa willen werken. De Duitse bondskanselier Schröder heeft al een overgangsperiode van zeven jaar gevraagd waarin goedkope werknemers uit Oost-Europa beperkte toegang krijgen tot de West-Europese arbeidsmarkt, dit om de verhoudingen niet te verstoren.

|
Een van de plaatsen in Europa waar het asielzoekersprobleem het meest in het oog springt, is het Noord-Franse Sangatte, vlakbij de Kanaaltunnel. (Foto: AP)
|
In de praktijk zullen de huidige EU-landen een grote mate van vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoeveel werknemers ze toelaten uit de nieuwe landen. Men kan, met andere woorden, op de rem gaan staan als het te veel wordt. Er komt in elk geval een algemene overgangsperiode van vijf jaar. Daarna mogen landen die problemen signaleren door de toevloed van Oost-Europeanen er nog eens twee jaar aan vastknopen. Cyprus en Malta vallen buiten deze regeling.
De voormalige Oostblok-landen zijn niet blij met deze regeling en vrezen ook na de toetreding nog jaren als tweederangs staat te worden behandeld, in een Europa van twee snelheden.
Uit studies van de Commissie blijkt dat Duitsland en Oostenrijk de bulk zullen krijgen van de arbeidszoekenden, drie miljoen van de in totaal 3,9 miljoen Oost-Europeanen die naar verwachting hun heil in het Westen zullen zoeken.
Maar het is niet alleen de vrees van het westen overspoeld te worden met goedkope arbeidskrachten uit het oosten. De kandidaat-toetreders op hun beurt zijn bang voor een 'brain-drain'. Er bestaat een reële kans dat alle hoogopgeleide mensen de benen nemen naar het westen, zodat veel kennis verloren gaat in eigen land.