door Hans Kuitert KABOEL - De tapijten in de vergadertent zouden niet goed zijn. Ineens zouden er geen 1501 maar liefst 2000 deelnemers zijn van de Loya Jirga, de traditionele stammenvergadering die in Kaboel gisteren had moeten beginnen om een nieuwe regering te kiezen. Niemand gaf de werkelijke reden voor het uitstel van een dag: ouderwetse onenigheid.
|
Agenten van de Afghaanse oproerpolitie genieten van een ijsje tijdens de rust die heerst bij hun controlepost. (Foto: EPA)
|
In de late uurtjes van zondag was er een overeenkomst gesloten. Daarbij zou de Tadzjiekse minderheid uit het noorden van het land twee machtige ministers van hun Noordelijke Alliantie 'opofferen' in ruil voor de belofte van de in april na 29 jaar ballingschap teruggekeerde oud-koning Zahir Shah geen politieke rol te zullen spelen.
Bij het krieken van de dag, luttele uren voordat de 87-jarige oud-monarch de Loya Jirga zou openen, bleken de partijen al weer andere gedachten te hebben.
Abdul Salam Rahimi, een van de regeringswoordvoerders, kwam met de kolderieke verklaring dat er 'logistieke' problemen waren. Men wist niet hoe al die al dagen in Kaboel aanwezige gedelegeerden gehuisvest moesten worden. En daarbij, het bleken er meer te zijn dan was bepaald na benoemingen en verkiezingen.
Het uitstel kwam de politieke elite wel uit. Die was de hele dag van het toneel verdwenen om opnieuw te onderhandelen. En dat terwijl de Afghaanse traditie wil dat de Loya Jirga dit allemaal uitvogelt. In het huidige klimaat echter een wensdroom, want etnische groepen strijden, hun krijgsheren en ordinaire bandieten strijden om de macht.
In Afghanistan hebben alleen de communisten in 1987 een keer geprobeerd de Loya Jirga te manipuleren. Resultaat was een vuurgevecht en dertig doden.
De duizend jaar oude traditie een Loya Jirga te houden, spreekt van onvoorspelbare uitkomsten, lang niet altijd ten faveure van de heersende klasse. Inzet is de rol van de koning.
De teruggekeerde monarch liet gisteren weten geen enkele rol te willen spelen, anders dan die van 'morele vader des vaderlands'. De etnische meerderheid van het land - overigens ook sterk verdeeld - ziet in de koning een kans om een andere oude traditie te herstellen, namelijk het feit dat pasthoenen het altijd in Kaboel voor het zeggen hebben gehad.
De Tadzjieken, de tweede groep van het land, wil zijn in december veroverde macht niet kwijt, net zo min als de Oezbeken. Daarover probeerden ze ook gisteren met de pasthoenen dealtjes te sluiten. Grote spelbreker bij al deze achterkameronderhandelingen kan wel eens de kleinste minderheid, de Hazara, worden, die niets van de koning moet hebben. Maar ook niet van de anderen.