|
Duisenberg. (Foto: AP)
|
AMSTERDAM - Diverse Europese centrale banken hebben gisteren de rente onveranderd gelaten, maar renteverhogingen vlak voor of na de zomer lijken nu onvermijdelijk. Zowel de Europese Centrale Bank (ECB), als de Bank of England, de Zweedse Riksbank en de Zwitserse nationale bank lieten hun tarieven onveranderd om het nog broze economische herstel niet in de wielen te rijden.
De ECB liet de rente op 3,25%, het niveau van de afgelopen zeven maanden. De Bank of England bleef op 4% zitten.
Vooral door de oplopende eurokoers wordt het inflatiegevaar iets gesmoord. De eerste schattingen voor mei wijzen uit dat de inflatie in de eurozone is gedaald van 2,4 naar 2%, de bovengrens die de ECB voor wenselijk houdt.
ECB-president Duisenberg liet gisteren op zijn maandelijkse persconferentie echter weten dat de inflatie hardnekkig blijft. "In vergelijk met schattingen van enkele maanden terug voorzien we nu een langzamer daling."
Maar zodra de groei in Europa daadwerkelijk is aangetrokken, verwachten analisten alom dat de centrale banken op de rem gaan trappen. Immers, de inflatie blijft relatief hoog, de geldhoeveelheid blijft veel te hard groeien en de loonstijgingen zijn ook niet mis.
Allemaal argumenten voor de centrale banken om binnen enkele maanden wél tot een renteverhoging over te gaan. Maar zolang er geen bewijzen liggen dat de economie in Europa echt aantrekt, zullen de centrale banken de rente niet verhogen.
Volgens Duisenberg staat het huidige niveau van de euro ten opzichte van de dollar, een zestienmaands hoogtepunt van $0,94, het herstel in Europa niet in de weg. De inflatie zal dit jaar en volgend jaar rond de 2% blijven schommelen.
De ECB vergaderde gisteren voor het eerst met de Griekse vice-president Papademos naast Duisenberg. Die volgde eind mei de Fransman Christian Noyer op.