KOPENHAGEN - Het Deense parlement heeft gisteren een nieuwe asielwet aangenomen, die het voor buitenlanders moeilijker maakt asiel aan te vragen en een verblijfsvergunning of een uitkering te krijgen.
De centrum-rechtse minderheidsregering presenteerde de wet eerder dit jaar. Bij haar aantreden in november vorig jaar beloofde de regering de Deense verzorgingsstaat te behoeden voor "uitbuiting door buitenlanders".
Het aannemen van de wet, die op 1 juli in werking treedt, ging niet zonder slag of stoot. Het parlement nam de wet, die op 1 juli in werking treedt, aan met 59 tegen 48 stemmen. Zeventig parlementsleden waren afwezig en twee onthielden zich van stemming. De wet werd slechts aangenomen dankzij de steun van de extreem-rechtse Deense Volkspartij.
Volgens de nieuwe wet neemt Denemarken alleen vluchtelingen op die voldoen aan de definitie van de Conventie van Genève, dat wil zeggen mensen die worden vervolgd wegens hun ras, geloof of politieke overtuiging. Asielzoekers kunnen pas na zeven jaar een permanente verblijfsvergunning krijgen, in plaats van de huidige drie jaar. Pas dan kunnen ze aanspraak maken op een uitkering.
Zodra de politieke situatie in hun land van herkomst stabiliseert, worden vluchtelingen teruggestuurd. Als een asielzoeker op vakantie gaat naar zijn land van herkomst, wordt zijn zaak opnieuw bezien. De minimumleeftijd voor het halen van een levenspartner van buiten Scandinavië of de EU gaat van 18 naar 24.