door Alex de Vries AMSTERDAM - Nederland reorganiseert zich suf. Ruim de helft van alle werknemers heeft de afgelopen twee jaar een reorganisatie aan zijn broek gehad. Bij grote bedrijven kreeg zelfs 83 procent van het personeel met verandering te maken. Hierbij liepen laagopgeleide 40-plussers het meeste risico ontslagen te worden.
Dat blijkt uit de 'Loonwijzer 2001/2002' van de Universiteit van Amsterdam, FNV en internetbedrijf Ilse. Dit meest gevarieerde nationale loononderzoek herbergt de werk-, loon- en beroepsgegevens van ongeveer 35.000 werknemers.
De onderzoekers spreken van een 'schokkende' uitkomst. "Dat er de laatste tijd veel bedrijven op de schop zijn genomen wisten we, maar niet dat het er zoveel zijn. Het verklaart waarom Nederland de meeste organisatieadviseurs van alle landen in de wereld heeft", reageert woordvoerder Paulien Osse. Reorganisaties vonden met name plaats in het openbaar bestuur, bij de politie, de sociale zekerheid, de nutssector, het bankwezen en andere financiële instellingen.
Volgens Osse zorgen reorganisaties, mede door slecht communicerende managers en chefs, voor veel meer onrust binnen bedrijven dan tot nu toe werd aangenomen. "Werknemers zijn onzekerder dan ooit of zij hun baan wel behouden. In bedrijven waar banen verdwenen denken drie van de vier werknemers dat ze ontslagen zullen worden. Dat genereert angst en maakt van deze werknemers slechte beslissers of uitvoerders. Duidelijk is dat baanzekerheid van de wieg tot aan het graf definitief voorbij is."
Herintreder
Uit het loononderzoek blijkt verder dat werknemers die hun loopbaan onderbreken (meestal vrouwen om voor kinderen te zorgen) bij terugkeer op de arbeidsmarkt weinig te kiezen hebben. Een op de vier werkneemsters in Nederland is herintreder. Het liefst komen ze terug in deeltijd, dicht bij huis en tijdens schooluren.
Maar deze vrouwen hervatten het werk veelal in een andere sector dan waar ze eindigden. Ze keren vaak terug in typische vrouwenberoepen, zoals zorg, verpleging en administratie maar ook als bus- en taxichauffeur. Wat betreft inkomen en arbeidsvoorwaarden komen ze er meestal bekaaid af, aldus het onderzoek.
Osse reageert somber. "In tegenstelling tot wat gedacht wordt, leven vrouwen en mannen nog in gescheiden werelden. Vrouwen verdienen in vergelijkbare functies
structureel minder, hun secundaire arbeidsvoorwaarden zijn slechter, ze krijgen minder toeslagen en ze opereren in veel minder beroepen. Als vrouwen een leidinggevende functie hebben, is dat in een bedrijf waar het merendeel van het personeel vrouw is." Uitzondering hierop vormen hooggeplaatste vrouwen, zoals juristen, economen en communicatiedeskundigen. "Zij maken duidelijk dat verandering in rolpatronen mogelijk is. Ze verdienen relatief zelfs beter dan hun mannelijke collega's. Ze hebben eigenlijk alles", eindigt Osse toch nog positief.