NEW YORK - Irak heeft gisteren de herziening en verlenging van de VN-sancties tegen het land bekritiseerd, maar lijkt zich neer te leggen bij het doorvoeren ervan.
De Iraakse ambassadeur bij de Verenigde Naties, Mohammad Al-Douri, verklaarde dat zijn regering "ongelukkig" is met het besluit van de VN-Veiligheidsraad om de sancties niet op te heffen.
De VN-Veiligheidsraad besloot dinsdag unaniem tot een verscherping van het wapenembargo tegen het regime van Saddam Hoessein en tegelijkertijd tot een versoepeling van de regels voor de import van civiele goederen, voedsel en medicijnen. De nieuwe regels, vervat in resolutie 1409 van de Veiligheidsraad, zijn vastgesteld voor zes maanden en introduceren een streng controlesysteem op de import van niet-militaire goederen, die mogelijk wel voor militaire doeleinden gebruikt kunnen worden.
De sancties tegen Irak kunnen pas worden opgeheven als VN-inspecteurs hebben vastgesteld dat het land zijn programma's voor biologische, chemische en nucleaire wapens heeft ontmanteld. Sinds december 1998 laat Irak deze inspecteurs niet meer toe.
(AP)