UTRECHT - Het enige dat gisteren was te horen tijdens het wiskunde-examen vbo in de gymzaal, was het geluid van vallende geodriehoeken, zenuwachtig gekras van nagels op de lessenaar en her en der wat licht gesteun en gekreun als een volgende som werd gelezen of de eigen berekeningen weer eens niet bleken te kloppen.
Voor de rest werd er geblokt, hard geblokt... Er werd op de lippen gebeten, er werd langdurig naar het plafond gestaard, tientallen velletjes kladpapier werden ondergekalkt met haast onleesbare sommetjes en vervolgens met zacht gevloek weer tot propjes verfrommeld.
"Pittig, maar te doen", luidde het oordeel van Erik Hutink, docent wiskunde aan het Meerstroom College in Utrecht over het vbo-examen wiskunde, traditioneel een van de meest moeilijke examens voor de doorsnee middelbare scholier. Hij denkt dat er gemiddeld een zes gaat worden gescoord: "Het is niet moeilijk, ook niet makkelijk, maar er zit voor elke leerling wel een opgave bij waarover hij of zij struikelt."
"Met dat cirkeldiagram, die vond ik het moeilijkst", verzucht Martha Poupaki, het enige meisje van het Meerstroom dat later bouwvakker wil worden: "Maar dan wel de interieurbouw, hoor." Ze had vooral problemen met het uitrekenen van de hoeveelheid belastingen die de gemeente Leerdam ontvangt als percentage van de totale inkomsten van die gemeente aan de hand van een cirkeldiagram.
"Met de rest van de opgaven had ik een stuk minder moeite." Martha is dan ook blij dat ze binnen de tijd alle opgaven heeft weten af te maken, een prestatie die zeker niet iedereen heeft geëvenaard. Te meer daar ze behoorlijk wat lessen heeft gemist, vooral de laatste tijd.
Zo terughoudend als Martha is, zo opgewekt is Berry Wijers. Letterlijk fluitend komt hij de gymzaal uit. "Makkie", zegt hij vol bravoure. In vroeger jaren was hij absoluut geen held in rekenen of wiskunde, maar het laatste jaar heeft hij dat behoorlijk weten in te halen.
Hutink ziet in het examen wiskunde eigenlijk dezelfde karakteristieken terugkomen als bij de andere examens. De stof sluit ook hier weer vooral aan op de belevingswereld van de scholieren. Onderwerpen als 'Wat levert mijn vakantie mij op', 'Hoe lang moet ik mijn scooter afbetalen', hoe groot is de remafstand van een auto bij welke snelheid, tot het uitrekenen van een 24-uurs werkrooster voor zes werknemers van het verzorgingscentrum Avondrood.
En ook bij deze opgaven ziet Huting een stijgende lijn van makkelijk naar moeilijk. "De eerste vier opgaven zijn makkelijk, maar dan komt er al wat meer wiskunde om de hoek kijken. Vooral omdat je dan twee dingen moet combineren om de juiste uitkomst te verkrijgen en die vervolgens ook nog eens moet controleren", aldus de docent wiskunde.
Zoals: Henriëtte wil een bromfiets kopen van 2000 euro exclusief 19% btw. Omdat ze onvoldoende geld heeft, stelt de handelaar haar een betalingsregeling voor. Gedurende drie jaar betaalt ze elke maand 81,50 euro. "Dat kost je maar 20 procent meer", zegt de bromfietshandelaar. Is dat waar?
Huting: "Ze moeten dus de btw berekenen en daaroverheen nog eens de aflossing." Hij verwacht vooral moeilijkheden met de opgave van de remafstand van de auto. Die opgave gaat vergezeld met een grafiek waarin de relatie van snelheid tot remafstand is afgebeeld. "Die vergelijking is niet lineair en dat gaat in tegen de directe belevingswereld van de leerlingen", aldus Huting.