GLASGOW - Zonder enig Nederlands tintje trappen Real Madrid en Bayer Leverkusen vanavond af op Hampden Park te Glasgow voor de tiende finale van de Champions League. Sinds Ajax in 1996 verloor van Juventus in Rome hebben slechts Clarence Seedorf (1998), Jaap Stam (1999) en Dick Jol (2001) voor Nederlands bloed gezorgd in de belangrijkste clubwedstrijd van het jaar. Normaal zou een dergelijke opsomming erop wijzen dat de rol van ons land, opgeteld bij de WK-uitschakeling van Oranje, is uitgespeeld op het grote internationale podium. Gelukkig logenstrafte Feyenoord dat een week geleden enigszins door de UEFA Cup te winnen. Alhoewel niemand daarover nog praat in Glasgow.
|
Real Madrid-aanvoerder Fernando Hierro (midden) gaat voorop in de training. (Foto: AP)
|
Opvallend genoeg krijgt de finale van de Europa Cup I in 1960 wel volop de aandacht in de Schotse hoofdstad. Indertijd stond op hetzelfde Hampden Park als vanavond ook Real Madrid binnen de lijnen en ook tegen een Duitse club. Voor 127.620 (!) toeschouwers (vanavond zitten er 51.456) werd Eintracht Frankfurt in een memorabele finale met 7-3 verslagen door de 'Koninklijke'.
"Die zagen een wonderteam in wit met onder meer Puskas, Gento, Di Stefano en Santa Maria. Ik zat als achtjarig jochie voor de televisie", wist de huidige trainer van Bayer Leverkusen, Klaus Toppmöller, zich te herinneren. "Die spelers hebben me indertijd 'heiss' gemaakt voor voetbal. Puskas scoorde viermaal, Di Stefano een hattrick en Real Madrid won de vijfde Europa Cup I in successie. M'n eerste kennismaking met voetbal. Die beelden zitten voor eeuwig in m'n geheugen gegrift en sindsdien ben ik fan van Real Madrid. Gelukkig zijn die spelers er niet meer bij", lachte Toppmöller gisteren tijdens de persconferentie. "Alhoewel je met jongens als Raul, Zidane, Figo en Morientes ook voor de dag kan komen."
In feite moet Bayer Leverkusen het op alle fronten afleggen tegen Real Madrid. Qua naamsbekendheid, spelers, erelijst, begroting, uitstraling en wat al niet meer. Vandaar begint de aspirineploeg als underdog. "Waarin tegelijkertijd onze kans schuilt", weet aanvoerder Carsten Ramelow, bij afwezigheid van de gisteren in Colorado aan z'n knie geopereerde 'defensiechef' Jens Nowotny. "Die rol ligt ons, waarbij we ons vasthouden aan de wetenschap dat we in de Champions League gewonnen hebben van onder andere FC Barcelona, Juventus, Deportivo la Coruna, Liverpool en Manchester United." Een rijtje waarin Real Madrid niet zou misstaan.
"Dat Steve McManaman zegt ons nauwelijks serieus te nemen en Real Madrid de festiviteiten voor het winnen van de negende Europa Cup I al in gang heeft gezet, bezorgt ons extra motivatie", zegt Toppmöller. Bang voor een verkrampte ploeg is de Duitser niet. "We hebben niets te verliezen ondanks dat we in eigen land net naast het landskampioenschap en Duitse beker hebben gegrepen. Hetzelfde verhaal gaat op voor Real Madrid. Komt bij dat zij hun 100-jarig bestaan vieren."
"Het eeuwfeest", zo geeft Raul toe, "zorgt voor extra druk. Hoewel je op alle fronten bijna tot de laatste minuut voor de hoofdprijzen hebt gespeeld, praat iedereen over een mislukt seizoen als je eindigt met lege handen. Ik denk daar niet aan. Real Madrid heeft de spelers en de kwaliteiten om met die extra druk om te gaan." In Spanje sta je als speler van de 'Koninklijke' sowieso iedere dag in de schijnwerpers en moet je presteren, oordeelt bijvoorbeeld iemand als Luis Figo. "Je begint juist met voetballen om ooit dit soort wedstrijden te mogen spelen."
Bayer Leverkusen - eerste finalist van de Europa Cup I zonder landstitel in de historie - staat trouwens allerminst te boek als een typisch Duitse ploeg. 'Spielerisch' behoort zelfs bij één van de beste teams van Europa en de idealist in Klaus Toppmöller wint het nagenoeg altijd van de realist, waardoor de oefenmeester zijn ploeg altijd met offensieve bedoelingen het veld instuurt. Zijn collega Vicente Del Bosque doet hetzelfde. Vooral de zwakte van de defensie van Real Madrid steekt daar achter.
Vandaar kan het vandaag in Glasgow op Hampden Park, ondanks het 'kleine Leverkusen', weleens een heerlijke, aanvallende finale worden. De 7-3 van 42 jaar geleden zal te veel gevraagd zijn, maar met de helft van het aantal doelpunten neemt ook iedereen genoegen. Voor een dergelijke productie moet je zelfs 33 jaar terug toen Ajax voor het eerst de finale van de Europa Cup I bereikte, maar in Madrid door AC Milan met 4-1 in de hoek werd gezet. Het markeerde wel het begin van een volledige Nederlandse overheersing van vier jaar van het belangrijkste Europese voetbaltoernooi.
Het ontbreken van enige vaderlandse inbreng in de finale van de Champions League vanavond steekt daar helaas schril bij af.