ARNHEM - Voorzitter Hans Blankert van sportkoepel NOCNSF heeft bij aanvang van de algemene vergadering hard uitgehaald naar Anton Geesink. Geesink suggereerde eerder dat op Papendal financiële wantoestanden heersen.
Naar aanleiding van een 'open brief' van het Nederlandse IOC-lid aan VVD-Tweede-Kamerlid Jan Rijpstra, besloot deze al vragen aan staatssecretaris Vliegenthart te gaan stellen. "Hij heeft laster verspreid over wat wij met ons geld doen", zei een woedende Blankert. "Zeer ten onrechte. Als er ergens voldoende controle is over de financiële gang van zaken, dan is het wel in dit huis."
Verder had het de voorzitter van de sportkoepel in hoge mate gestoord dat de oud-judoka in zijn schrijven ook de mensen bij naam noemt. "Hij staat niet alleen te pissen over zijn eigen schoenen, maar ook over de onze", zei Blankert.
Als gevolg van de mededelingen van Geesink zag Rijpstra in elk geval voldoende aanleiding de sportbonden voor overleg bij elkaar te roepen. Een en ander moet in juni plaatsvinden.
De politicus sprak evenals Geesink de vrees uit dat de macht van NOCNSF te groot wordt en die van de bonden te klein. Over dat onderwerp sprak Blankert voorafgaande aan de Algemene Vergadering -en volgend op eerder overleg- met de twaalf grotere bonden. "We boeken voortgang", zei Blankert. "De bonden vinden dat we in beweging zijn."
Geesink ligt al jaren in conflict met NOCNSF, over uiteenlopende onderwerpen. Formeel is de voormalig olympisch kampioen ook bestuurslid van de sportkoepel. Als gebruikelijk verscheen hij gisteren niet op de vergadering. Overigens waren ook de drie andere Nederlandse IOC-leden, Prins Willem-Alexander, Els van Breda Vriesman en Hein Verbruggen, afwezig op Papendal.
Hans Blankert wil bij het IOC onderzoeken of het mogelijk is maatregelen te treffen tegen Anton Geesink. De voorzitter van NOCNSF vraagt daartoe op korte termijn een onderhoud aan met de hoogste baas van de olympische beweging, Jacques Rogge.
In zijn hoedanigheid van IOC-lid heeft Geesink een zetel in het bestuur van de Nederlandse sportkoepel. "Had een ander bestuurslid zoiets gedaan, dan had ik hem onmiddellijk weggestuurd", zei Blankert. "In het geval Geesink is dat in strijd met het olympic charter. Daarom moet ik eerst met de top van het IOC bespreken welke maatregelen ik kan treffen."
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}