door Annemiek Paping AMSTERDAM - De helft van alle meisjes die dit jaar in Frankrijk of Japan worden geboren, heeft kans om 100 jaar te worden. Wetenschappers schatten dat Amerikaanse vrouwen in 2070 gemiddeld de leeftijd van 101 jaar zullen bereiken. Officiële cijfers, waarop onder meer de gezondheidszorg en het pensioenstelsel in westerse landen zijn gebaseerd, gaan uit van 83,9 jaar.
Volgens James Vaupel van het Max Planck Instituut, in het Duitse Rostock, en Jim Oeppen van de Cambridge-universiteit in Groot-Brittannië is de huidige inschatting van de levensverwachting van mensen veel te laag. In het blad Science pleiten de onderzoekers voor een drastische aanpassing van de leeftijdsgrens en de bijbehorende sociale kwesties. "Waarschijnlijk betekent dit ook bijstelling van de pensioengerechtigde leeftijd en het pensioenstelsel."
Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Nederland gaat ervan uit dat de gemiddelde leeftijd van vrouwen - én van mannen - deze eeuw zal toenemen. "Wij verwachten echter niet dat die stijging zo drastisch zal zijn als in deze recente buitenlandse prognoses", aldus beleidsmedewerker Jan Latten.
"Tenzij er een anti-verouderingspil wordt uitgevonden óf met nieuwe genetische technologieën allerlei ziektes kunnen worden uitgebannen, denken wij dat jongens die in het jaar 2100 worden geboren gemiddeld 81,4 en meisjes 84,4 jaar zullen worden (nu is dat nog 75 respectievelijk 80 jaar)."
Het aantal 100-plussers in ons land groeit blijkens de meest recente gegevens van het CBS sterk, van 1100 nu tot 5000 in het jaar 2050. Honderd jaar geleden telde Nederland nog slechts 10 honderdjarigen; in 1964 waren dat er 100 en dertig jaar later 1000. "De kans om 100 jaar te worden, schatten wij niet zo groot in. Het gaat vooral om vrouwen; zes van de zeven honderdjarigen behoort tot het vrouwelijk geslacht. Dat neemt niet weg dat slechts 1,5 procent van alle vrouwen deze leeftijd in 2050 zal bereiken; dus één op de 65."
Vrouwen hebben, volgens het CBS, op iedere leeftijd een kleinere sterftekans dan mannen. Dat komt door verschillen in stofwisseling en hormoonhuishouding, die samenhangen met het geslacht, maar ook door onderscheid in omstandigheden zoals ongezond werk. Daarnaast spelen factoren als bijvoorbeeld roken, alcoholgebruik, vet eten en ander risicovol gedrag een rol.