AMSTERDAM - De advocaten van Pim Fortuyn onderzoeken of mensen die hebben aangezet tot haat jegens de vermoorde politicus, strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. Mr. G. Spong maakte gisteren bekend dat ook politici en ministers moeten vrezen voor een eventuele rechtszaak.
Met name PvdA-voorman Melkert en fractievoorzitter Rosenmöller van GroenLinks maakten in de aanloop naar de verkiezingen diverse malen de vergelijking tussen de extreemrechtse Franse politicus Le Pen en Fortuyn. Ook premier Kok liet zich niet onbetuigd door te waarschuwen voor het 'gevaar' Fortuyn.
Spong en zijn collega mr. O. Hammerstein lieten eerder deze week al weten te kijken naar mogelijke fouten die justitie heeft gemaakt rondom de beveiliging van Fortuyn. Direct na de moord wond Hammerstein zich vreselijk op over het gebrek aan bescherming van de populaire politicus.
In maart deed de vermoorde politicus aangifte bij de politie nadat hij tijdens de presentatie van zijn boek De puinhopen van Paars een taart in het gezicht had gekregen. Hij gaf aan zich bedreigd te voelen en repte ook over de vele dreigbrieven aan zijn adres. ,,Het enige dat de agenten deden, was hun schouders ophalen", aldus mr. Hammerstein, die het een schande noemt dat justitie destijds niet direct actie heeft ondernomen.
Volgens zijn kantoorgenoot Spong heeft Fortuyn zich vlak voordat hij werd vermoord bij hen gemeld met het verzoek een onderzoek in te stellen, in het geval hem iets zou overkomen. Fortuyn had bij de presentatie van zijn boek premier Kok en PvdA-leider Melkert verweten dat zij hem 'demoniseren'. ,,De woorden van de premier hebben haat en tweedeling veroorzaakt", aldus Fortuyn, die het taartincident zag als een uitvloeisel daarvan.