AMSTERDAM - De man die maandagavond Pim Fortuyn doodschoot, is een geoefend en koelbloedig schutter. Dat concludeert de oud-politieman Cor Kok, die jarenlang in Amsterdam leiding gaf aan tientallen moordonderzoeken. Volgens Kok gebruikte de dader een pistool met een zwaar kaliber kogel, gezien de zware verwondingen die in televisie-uitzendingen en op foto's aan het hoofd van Fortuyn zichtbaar waren.
"Het kaliber van het moordwapen is in zulke gevallen dikwijls bepalend", zegt de ex-toprechercheur. "Als je bijvoorbeeld met .22 kogels schiet zijn de inslag en het doordringingsvermogen gering. Kogels van het kaliber 9 mm, die dikwijls bij moordaanslagen worden gebruikt, zijn vernietigend. Je moet erg veel geluk hebben als je zo'n kogel in je hoofd overleeft."
Volgens mededelingen die gisteren op een persconferentie werden gedaan, is Pim Fortuyn geraakt door vijf kogels uit een pistool. Twee daarvan troffen hem in de rug, twee in het voorhoofd en een in de halsstreek. De verdachte heeft geen verklaring afgelegd en de politie weet dus nog niet precies hoe hij te werk ging. Maar gezien de manier waarop Fortuyn in elkaar zakte is hij mogelijk eerst in de rug geraakt en daarna, koelbloedig, nog drie keer van voren beschoten. Er zouden vijf kogels zijn gebruikt, die dus allemaal doel troffen.
Schietvereniging
Ex-rechercheur Kok: "Ik maak uit alles op dat de man geoefend moet zijn. Ook als je van dichtbij schiet moet je in een fractie van een seconde richten en vuren. Als je nooit hebt geschoten schrik je al van de eerste knal en mis je de rest. Het zou me niets verbazen als de verdachte lid is van een schietvereniging. Maar ik heb ook moordenaars meegemaakt die oefenden op schietschijven in de kelder van hun eigen huis."
Dat de verdachte op het terrein van het Mediapark in Hilversum koel en berekenend te werk ging, staat volgens Kok buiten kijf. "Hij was daar met een geladen pistool en had kennelijk een vooropgezet doel. Na zijn arrestatie wenste hij geen verklaring af te leggen en vroeg hij meteen naar een advocaat. Dat wijst op een heel koel persoon."
Dat geoefende en zelfs professionele schutters op het moment suprème kunnen falen blijkt overduidelijk uit de aanslag, in maart 1996, op voormalig Heineken-ontvoerder Cor van Hout. Hij werd opgewacht en beschoten toen hij, samen met zijn vriendin en zijn zoontje, op klaarlichte dag bij zijn woning in Amsterdam kwam aanrijden.
Op dat moment werd de ex-kidnapper een aantal keren van heel dichtbij beschoten. Drie kogels raakten hem in hoofd en bovenlichaam. Drie andere kogels misten doel omdat de schutter zijn kalmte verloor en omdat Van Hout kon wegduiken. |