AMSTERDAM - Albert Heijn wil de consument opvoeden. Kreeg het concern haar klanten al massaal aan de wijn, nu is het vlees aan de beurt. In dit geval gaat het er om dat de consument diervriendelijker geproduceerd vlees in het boodschappenmandje legt.
|
Lopen in de wei maakt vlees lekkerder. (Eigen foto)
|
Met kalfsvlees heeft AH zelf de keus voor de klant al gemaakt: er ligt alleen nog maar diervriendelijker geproduceerd kalfsvlees van Peter's Farm in het koelvak.
De kalveren, die worden geproduceerd volgens het concept van Peter's Farm, leven in kuddes van 40 tot 80 dieren. Op deze manier wordt voldaan aan de natuurlijke behoefte van de kalfjes om in een kudde te leven. De dieren mogen zelf bepalen hoeveel ze eten, of ze willen lopen, staan, liggen of slapen. Beter voor het dier, en dat komt de smaak ten goede. Het Centrum voor Smaakonderzoek in Wageningen heeft aangetoond dat kalfsvlees van Peter's Farm malser is en lekkerder smaakt dan 'regulier' geproduceerd kalfsvlees.
De Dierenbescherming is blij met het initiatief, maar "het blijft een lastige discussie. Je kunt ook de ethische vraag stellen of we wel kalfjes en lammetjes, dus heel jonge dieren, moeten eten", aldus een woordvoerder. "Gaan we kijken naar de manier waarop Albert Heijn produceert, dan gaat het om diervriendelijker produceren. De dieren leven nog steeds niet in een natuurlijke situatie. Het meest ideale plaatje is dat het kalf met moeder in de wei staat. Toch zijn het kleine stappen voorwaarts bij het tegengaan van dierenleed en dat moet je koesteren."
AH is al langer bezig met dierenwelzijn en milieu. Ruim tien jaar geleden paste de grootgrutter zijn strategie aan: milieu en dierenwelzijn moesten veel meer aandacht krijgen. Andere reden voor deze strategie is dat winkelformules steeds meer worden geassocieerd met hun producten. Het vlees, de groenten en het fruit krijgen dan ook door de consument het merk opgeplakt van de supermarkt waar het is gekocht. Reden te meer om stelling te nemen en je als merk te onderscheiden.
Onlangs besloot AH om zijn toekomststrategie nog meer in te kleuren: de productiewijzen konden nog beter. Zo kwam AH dus ook bij Peter's Farm terecht. Het diervriendelijker geproduceerde kalfsvlees, 1% van het totale vleesaanbod, ligt al in de schappen. En daarmee doorbreekt AH een vicieuze cirkel. Vroeger werden diervriendelijker producten niet aangeboden omdat, zo luidde de motivatie van de supermarkten, de klant er niet naar vroeg. Anderzijds zei de consument dat hij het niet kocht omdat het niet werd aangeboden. AH door breekt die patstelling en gaat zelfs nog een stap verder: het heeft de keus voor de consument al gemaakt omdat het alléén nog maar diervriendelijker geproduceerd kalfsvlees verkoopt. De klant wordt hiermee voor een voldongen feit gesteld.
Het kalfsvlees maakt echter maar een klein deel uit van het totaalaanbod aan vlees, en fungeert daarmee als testcase voor het nieuwe beleid, waarbij overigens wel een keuzemogelijkheid zal blijven. Na het kalfsvlees zijn namelijk kippen, varkens en runderen aan de beurt. Zo worden bijvoorbeeld strengere eisen gesteld aan het vervoer van de runderen en denkt AH er aan om over te stappen op een ander kippenras.