door Jolande Westdorp ROTTERDAM/SPEYER - Bij een raadselachtige vliegtuigcrash in Duitsland die ruim twaalf uur lang onopgemerkt bleef, zijn afgelopen vrijdag drie Nederlanders verongelukt.
De slachtoffers van 32, 38 en 45 jaar - een vlieginstructeur en zijn twee leerlingen uit Eindhoven, Oudewater en Hekendorp - zaten in een eenmotorig toestel van het type Piper 28 dat in slecht weer te pletter sloeg tegen een heuvelrug.
Het drietal was vrijdagmiddag rond half een vanaf een vliegveld bij Saarbrücken opgestegen voor een ongeveer één uur durende vlucht naar Speyer. Daar kwamen de Nederlanders echter nooit aan.
Pas toen een van de echtgenotes van de vliegeniers vrijdagavond rond middernacht alarm sloeg, ontdekte de verkeersleiding bij Münster dat de Piper ruim elf uur eerder in heuvelachtig gebied bij Edenkoben na een toevallig radercontact plotseling van het scherm was verdwenen.
Daardoor kon worden getraceerd waar het vliegtuigje van Air Service Limburg ongeveer was neergestort. Een zoekactie moest echter dezelfde nacht worden afgeblazen vanwege de aanhoudende regenval.
Pas zaterdagochtend rond half tien werd het vliegtuigwrak met de lichamen van de Nederlanders op een ongeveer 700 meter hoge heuveltop gevonden. De Piper heeft waarschijnlijk te laag gevlogen en is neergestort nadat het toestel boomtoppen had geschampt.
Het is onduidelijk of de Nederlanders direct zijn omgekomen, of dat een of meer van hen wellicht nog enige tijd hebben geleefd. Volgens ooggetuigen die het wrak hebben gezien, was de Piper niet in brand gevlogen.
Het is onduidelijk of de vlucht bij de autoriteiten was aangemeld. Was dat wel het geval, dan hadden verkeersleiders de Piper op de radar moeten volgen.