NEW YORK - De Amerikaanse effectenbeurs in Wall Street heeft de beursweek in een zwakke stemming afgesloten. De Dow Jones-index stond na een paar uur handel al weer royaal onder de grens van 10.000 punten (9943,71), maar krabbelde tegen het slot toch weer omhoog. Dit vooral dankzij de defensieve waarden, zoals de oliefondsen. De Dow sloot op 10006,63, dat was per saldo ruim 85 punten lager. De Nasdaq stond op dat moment op ruim 31 punten verlies op 1613,05.
Flauw gestemd waren daar o.m. de telecomwaarden (Worldcom zakte 12% tot $1,79) en de halfgeleiderindustrie. De telecomindex daald 2,5%, de index voor de chipmakers zelfs 4%.
Dat de beurs meteen in de min begon was vooral te wijten aan de tegenvallende werkloosheidscijfers.
De werkloosheid in de VS blijkt in de afgelopen maand weer flink te zijn gestegen. In totaal zat in april 6% van de Amerikaanse beroepsbevolking zonder werk, dat was het hoogste percentage van de afgelopen 7,5 jaar. Tegenvallend was vooral ook de mededeling dat ondernemers het niet aandurfden om meer full-time krachten aan te nemen. Zij gaven er de voorkeur aan om tijdelijk personeel aan te trekken.
De stijging van de werkloosheid in de afgelopen maand was meer dan de 5,7% waarop analisten hadden gerekend. Het aantal banen buiten de agrarische sector steeg in april met 43.000.
Ongunstig nieuws was het bericht dat de purchasing managers index (PMI) voor bedrijven buiten de verwerkende industrie in de VS in april daalde tot 55,3. Analisten waren van 57 uitgegaan. Het nieuwe cijfer is nog geen ramp (een waarde van boven de 50 wordt gezien op een toename van de activiteit) maar duidt er wel op dat de Amerikaanse economie nog steeds niet aan een fors herstel begonnen is. Autofabrikant General Motors kwam met beter dan verwachte omzetcijfers. De koers van het aandeel moest niettemin $0,56 terug tot $65,68.
In de technologiesector zakte Oracle $0,12 tot $8,43 op de bijstelling van de prognoses van de winst per aandeel door een aantal zakenbanken.