BRUSSEL - De Duitse bondskanselier Schröder heeft deze week de hakken behoorlijk in het zand gezet om de kwakkelende Duitse economie te verdedigen. Daarbij schuwde hij niet de Europese Commissie de les te lezen. Die zou door de strenge regels het Duitse bedrijfsleven in de wielen rijden. Daarmee wordt volgens de bondskanselier extreem-rechts in de kaart gespeeld.
|
Bondskanselier Schröder (links) heeft voorzitter Prodi van de Europese Commissie deze week uitgelegd op welke punten het Duitse bedrijfsleven in de wielen wordt gereden door Europees beleid. (Foto: REUTERS)
|
Schröder is ook boos op de Nederlandse eurocommissaris Bolkestein (Interne Markt), die vijandige overnames wil vergemakkelijken. De Duitser noemt hem "de onbeschrijfelijke Hollander".
Te simpele overnameregels zouden er volgens Schröder alleen maar voor zorgen dat het Duitse bedrijfsleven een makkelijke prooi wordt voor bijvoorbeeld de Amerikanen. Om de scherpste kantjes weg te vijlen, pleitte hij deze week wel voor bredere Europese ondernemingsverbanden.
De socialist Schröder ligt in Duitsland, waar in september verkiezingen plaatsvinden, onder vuur van de oppositie. Hij wordt geconfronteerd met dreigende stakingen in de metaal, de Duitse economie klimt als langzaamste van de eurolanden uit het dal en de werkloosheid blijft hardnekkig hoog. De christen-democratische oppositie, geleid door de Beierse deelstaatpremier Stoiber, hijgt Schröder dan ook in de nek.
Duitsland is niet alleen het belangrijkste euroland (het is goed voor bijna een derde van de hele euro-economie), maar ook verreweg de grootste netto-betaler aan de EU. Onze oosterburen betalen liefst een kwart van het hele Brusselse circus. Om zijn grieven te etaleren, dineerde Schröder begin deze week in Brussel met commissievoorzitter Prodi en de belangrijkste commissarissen, onder wie Bolkestein. Toen Schröder vroeg wie de rekening betaalde en Prodi zei dat hij dat zou doen, schertste de bondskanselier dat hij in dat geval toch een kwart moest ophoesten.
Schröder is ook druk bezig om te voorkomen dat Duitsland straks het leeuwendeel van de rekening van de uitbreiding moet betalen. Deze week bereikte hij een akkoord met Finland om het halfjaarlijkse EU-voorzitterschap te ruilen. Oorspronkelijk zou Duitsland de tweede helft van 2006 voorzitter zijn, en de Finnen de eerste helft van 2007. Officieel heet het dat de ruil makkelijker uitkomt in verband met de verkiezingen in beide landen, maar er zit meer achter. Eind 2006 moeten de laatste zware gevechten worden geleverd over de nieuwe meerjarenbegroting 2007-2013, waarin dus alle kosten zitten die de uitbreiding met zich meebrengt alsmede het aandeel dat de rijkere landen daarin moeten meebetalen.
Duitsland wil zijn handen dan vrij hebben om met de vuist op tafel te kunnen slaan, en dat is moeilijk te combineren met het voorzitterschap. De Duitsers hebben met de hereniging met de DDR gezien hoe duur dergelijke prijskaartjes kunnen uitvallen.
Weliswaar komen er eind 2004 vermoedelijk tien nieuwe lidstaten bij, maar hun deelname past nog allemaal binnen de meerjarenbegroting 2000-2006, die in 1999 in Berlijn is vastgesteld na een "nacht van de lange messen". Toen is al rekening gehouden met "enige" extra kosten in verband met de uitbreiding.
Schröder heeft geleerd van het voorjaar 1999 in Berlijn, toen Duitsland EU-voorzitter was en derhalve bekaaid uit de confrontatie te voorschijn kwam. De strijd in 2006 wordt echter nog heel wat heviger dan destijds in Berlijn. Het gaat namelijk om veel grotere bedragen. Duitsland dreigt met een enorme rekening opgezadeld te worden als voor die tijd het landbouwbeleid en de toekenningen uit de subsidiepotten voor infrastructuur niet grondig zijn herzien.
Tijdens zijn diner met Prodi hield Schröder een stevig pleidooi voor een nieuwe Europese industriepolitiek, die ruimte laat voor bedrijven om vrij te opereren. Zo is de Duitse automobielindustrie niet blij met de plannen van de commissie om de autodistributie in de EU vrij te laten, waardoor de fabrikanten hun grip op de dealers verliezen. Het bevalt Duitsland ook niet dat de chemische industrie steeds meer wordt ingeperkt door milieuregels.