BRUSSEL - Europees gezien loopt de Opta ver voor de muziek uit met haar visie dat de laatste postmonopolies in Nederland opgeheven kunnen worden. De Europese Commissie ijvert al jaren voor een volledige liberalisering van de postmarkt in de vijftien lidstaten.
De Commissie loopt echter vooral in de zuidelijke EU-landen tegen een muur van onwil aan. Daar vrezen de vakbonden banenverlies bij liberalisering. Bovendien zouden mensen die afgelegen wonen geen post meer ontvangen, omdat het commercieel niet rendabel is die te bezorgen.
Er is de Commissie veel aan gelegen dat de liberalisering van de postmarkt over de hele linie gaat, en niet eenzijdig. Als bijvoorbeeld Nederland de markt volledig vrijgeeft, kunnen ook buitenlandse bedrijven actief worden op de Nederlandse postmarkt. Maar omgekeerd zouden Nederlandse postbedrijven niet over de grens mogen werken.
Dan ontstaat dezelfde situatie als nu op de energiemarkt, waar Frankrijk wel actief is op buitenlandse markten maar de eigen energiemarkt nadrukkelijk beschermt tegen buitenstaanders ten gunste van Electricité de France. Onder zware druk hebben de Fransen er inmiddels mee ingestemd dat zakelijk verbruikers vanaf 2004 ook voor een buitenlandse energieaanbieder kunnen kiezen. Maar het leveren van energie aan particulieren blijft daar een staatsmonopolie.
Vorig jaar besloten de Europese ministers voor Post en Telecom de postmarkt iets verder te liberaliseren, maar vooral niet te veel. Vanaf 2003 is de postbezorging van stukken boven de 100 gram voor iedereen vrij. Nu ligt de grens in een aantal landen nog veel hoger. In 2006 volgt dan de post van 50 gram of meer. Maar de bulk van alle post (gewone brieven en kaarten) is nog altijd lichter. Zo'n 85% van de post blijft dan ook na 2006 nog steeds vallen onder de monopolies van de nationale PTT's. Internationale post wordt vanaf 2003 wel vrij, behalve in die landen waar de postdiensten sterk afhankelijk zijn van vakantiekaarten en brieven.