Brandweerlieden blussen de vlammen na de explosie van een autobom nabij het voetbalstadion Bernabeu in Madrid. (Foto: AP)

De materiële schade was echter aanzienlijk. Niet alleen aan de Europa Toren; van tien geparkeerde auto's bleven slechts verkoolde resten over.

Rond het stadion, dat door de enorme knal stond te trillen, brak even paniek uit. Supporters, politie en hulpverleners, die vanwege de wedstrijd aanwezig waren, renden verdwaasd rond. Al snel groepeerde fans van Real zich rond het plein, waar zeker vier wagens in lichterlaaie stonden en scandeerden leuzen voor de eenheid van Spanje. Het 'viva Espagna' klonk het luidst van allemaal.

Veel omstanders waren woedend omdat het voetbal tot dusver ongemoeid was gebleven door aanslagen van de ETA, die geldt als terroristische organisatie. Voetbal is in Spanje nog altijd een familieaangelegenheid met vaders, moeders en kinderen. Het is volgens de Spanjaarden daarom uit den boze om via terreurdaden rond voetbal de aandacht op te eisen voor een onafhankelijk Baskenland.

Een half uur na de aanslag bliezen de terroristen aan de andere kant van de stad de auto op waarmee ze waren gevlucht. Het voertuig was afgelopen zondag in een buitenwijk van Madrid gestolen. Bij die tweede explosie raakte niemand gewond.

Kort na de bomaanslag kwamen vertegenwoordigers van de Europese voetbalbond UEFA, Real Madrid en FC Barcelona bijeen. De gemeente Madrid had eerder groen licht gegeven voor de return van de halve finale van de Champions League tussen beide Spaanse grootmachten. Beducht voor een herhaling van 11 september - de UEFA beval doorgang van de Champions League ondanks de aanslagen op het World Trade Center in New York - liet de Europese voetbalbond de beslissing over aan de clubs. De bestuurders van Real Madrid en FC Barcelona besloten de return te willen spelen.