VARNA - De ontlading was enorm. Alsof Oranje het Europese volleybalkampioenschap hoogstpersoonlijk voor zich opeiste. Die titel was uiteindelijk voor Rusland; de Nederlandse vrouwen waren gewoon dolblij dat ze een dramatisch slecht gestart toernooi alsnog afsloten met een respectabele vijfde plek. Na drie opeenvolgende nederlagen en twee overwinningen in de poule voegde Oranje er in het finaleweekeinde nog eens twee zeges bij: tweemaal 3-2 tegen Frankrijk en Polen. Een opgeluchte bondscoach Angelo Frigoni: "Het was een week van uitersten. Daarom ervaren wij het alsof we veel meer dan de vijfde plaats hebben gewonnen. Dit team heeft in zeven duels geleerd te vechten als collectief. Het wint nu ook 'slechte' wedstrijden, groeit eindelijk in het zelfvertrouwen en zeker niet onbelangrijk, we hebben de A-status van NOC*NSF terug."
En dan krijg je dus een reactie waarin twaalf meiden luid juichend een rondedans inzetten, geëmotioneerde ouders een knuffel van hun kroost opeisen, de begeleidingsstaf elkaar zoent, zoent en nog maar eens zoent, de bondscoach compleet uit z'n dak gaat en in al zijn passie een enorme A in de lucht schrijft richting Peter Murphy, in het dagelijks leven trainingscoördinator bij het NOC*NSF, die beduusd van dat alles op de tribune niet meer ophoudt met applaudisseren.
Met het behalen van de vijfde plaats op het Europees kampioenschap door Frigoni voor het toernooi al bezegeld als hoogst haalbare voor dit Nederlands team is er een enorme last van de volleybalsters afgevallen. Die mentale druk nam de afgelopen week nogal buitenissige vormen aan. Door het missen van de Olympische Spelen was dit EK het eerste grote toernooi waar de vrouwen zich weer presenteerden. En dat moest in stijl gebeuren. Daar waren echter niet meteen alle voorwaarden voor aanwezig. Frigoni heeft het team weliswaar door de EK en WK kwalificaties gecoacht, maar een officieel toernooi is toch even iets anders.
De Italiaan, die zich, soms met veel moeite verstaanbaar maakt in het Engels, moet op het hoogste niveau een nieuwe generatie, jonge meiden opleiden en inpassen binnen een groep, die elkaar soms zelfs nog kent uit de tijd dat Nederland het EK in eigen land won (1995). Een ploeg die de laatste jaren nogal wat pessimisme over zich heen kreeg. De jonge spelverdeelster Kim Staelens: "Het Nederlands vrouwenteam heeft het moeilijk gehad. Is vaak afgeschreven. Met dat stempel op, moeten wij alle huidige problemen ook nog eens aanpakken. Dat is geen gemakkelijke opgave."
Aanvoerster Erna Brinkman: "Als je er nu op terugkijkt, snap je waarom het aan het begin van de week fout ging. We wilden ons graag bewijzen naar de buitenwereld. De puzzelstukjes lagen echter nog niet op hun plaats. Op basis van 'hoop, hoop op wat dan ook' gingen we de wedstrijden tegen Duitsland en Kroatië in. Dat hebben we geweten zeg, op een gegeven moment wist ik echt niet meer hoe we in vredesnaam ooit ons imago weer zouden opvijzelen."
Vier wedstrijden later ziet de wereld er heel anders uit. Ook een duel onder slechte omstandigheden verhuizen van Sofia naar Varna, andere speelhal, wedstrijd om 10.00 (!) uur 's morgens krijgt de vrouwen niet meer per definitie uit het lood. De wedstrijd tegen Frankrijk kende misschien een minder niveau; de overwinning was wederom een feit. "'t Was vast niet leuk om naar te kijken", concludeerde middenaanvalster Francien Huurman na afloop eerlijk. "Maar tegen de Duitsers verloren we zo'n duel, de Fransen pakken we. Stonden we zelf ook wel even van te kijken."
Hoewel Polen als laatste horde ook pas na vijf sets verslagen was, kende Oranje in dit duel bijna geen twijfel. Frigoni: "Op deze afsluiting hoopte ik stiekem. De groep heeft met dit uiteindelijke resultaat enorm aan zelfvertrouwen gewonnen. En dat hebben we nodig voor de toekomst. Als we over een periode - ik geef geen precieze tijdsaanduiding - klaar zijn om voor de prijzen te gaan. Dat zit er nu nog niet in. Maar als je met deze groep op dit moment een vijfde plek op het EK weghaalt, weet je in ieder geval dat je op de goede weg bent."