De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 1 oktober 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Jaaroverzicht 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
VS onder vuur
---
Kopen 
 Speurders 
Veilinghal 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
---
Mijn leven 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   F I N A N C I Ë L E   T E L E G R A A F 
 
ACTUEEL FINANCIEEL NIEUWS: WWW.DFT.NL
  Bedrijven weigeren
mee te betalen
aan opvolger F16

   
 

DEN HAAG - De Nederlandse vliegtuigindustrie is niet van plan te gaan meebetalen aan het verder ontwikkelen van de Amerikaanse Joint Strike Fighter (JSF), de kansrijkste kandidaat voor de opvolging van het F16-gevechtsvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht. Staatssecretaris Van Hoof (Defensie) vindt dat de Nederlandse bedrijven die kunnen profiteren als ons land eind dit jaar zou instappen in de verdere ontwikkeling van de JSF (de 'EMD-fase'), best kunnen meebetalen aan de ongeveer ƒ1,6 miljard die ons land daarvoor op tafel moet leggen. Maar directeur J. Dibbetz van de Nederlandse Industriële Inschakeling Defensieopdrachten (NIID), de organisatie van defensie-gerelateerde bedrijven, stelt dat dit de spanwijdte van het bedrijfsleven ver te boven gaat.

"Meebetalen is uitgesloten. We kunnen wel meewerken aan meefinanciering als Defensie een geldprobleem heeft", stelt Dibbetz. "De Nederlandse vliegtuigindustrie zal de komende vijf, zes jaar 780 miljoen gulden investeren in de Airbus A380. Er zit al 100 miljoen in de JSF-ontwikkeling, naast de 200 miljoen die de overheid daarin heeft gestoken. Bij nog meer geld opbrengen voor de JSF is het investerend vermogen van de industrie uitgeput."

Daarnaast is het volgens Dibbetz aan de aandeelhouders niet te verkopen dat een geïnvesteerd bedrag pas over vijftien tot twintig jaar de productietijd van de JSF wordt terugverdiend. "Veel van de betrokken bedrijven zijn bovendien klein. Of het betreft instituten die niet kunnen investeren. Bij de Amerikaanse en Britse bedrijven betaalt hun overheid overigens wel mee aan de EMD-fase." De concurrenten van de JSF, de Eurofighter en de Franse Dassault Rafale, zijn voor de Nederlandse bedrijven inmiddels geheel uit beeld verdwenen.

Onder 'meefinancieren' verstaat Dibbetz het lenen van geld bij banken, onder garanties van de overheid. "De industrie kan niet het risico nemen dat Nederland zich uit het project terugtrekt of uiteindelijk de JSF niet koopt. Het geld moet worden terugbetaald uit de korting die Nederland als co-producent op de toestellen krijgt. Overigens kan niemand zo voordelig geld lenen als de overheid. Minister Zalm betaalt 6% rente tegen 9% voor bedrijven. Het project wordt gewoon duurder als het bedrijfsleven moet meefinancieren."

De EMD-fase start als op zaterdag 27 oktober het Pentagon bekendmaakt welke van de twee prototypes die van Boeing of van Lockheed Martin de uiteindelijke Joint Strike Fighter wordt. Tientallen Nederlandse bedrijven hebben al uitgebreide contacten gelegd met beide fabrieken om co-producent te worden met het winnende concern. De Verenigde Staten zijn vooralsnog van plan om circa drieduizend toestellen voor de eigen strijdkrachten te bouwen. De totale productie, inclusief export-orders, zal mogelijk tussen de vier- en vijfduizend vliegtuigen liggen.

De prachtige toekomst voor de Nederlandse bedrijven in het JSF-project is overigens nog lang niet gegarandeerd, waarschuwt Dibbetz. Zelfs niet als Defensie positief besluit over de EMD-fase. "Er zijn meer zekerheden nodig dat de Nederlandse bedrijven voor hun onderdelen de enige leverancier zijn en blijven. Het is wel logisch dat de VS eisen dat je lopende het productietraject concurrerend blijft. Maar het is een nachtmerrie van ons dat de opdrachten gaandeweg zullen afkalven."

Verder bestaat er een risico in de fase na de selectie. Niemand verwacht dat de verliezer met lege handen achterblijft. De Amerikaanse overheid zal de winnaar opdracht geven bepaalde delen van de verliezer mee te nemen om te voorkomen dat er maar één grote vliegtuigfabrikant als monopolist resteert, verwacht Dibbetz. Het gevaar bestaat volgens hem dat vliegtuigonderdelen die Nederlandse bedrijven zouden maken, aan de verliezer worden gegund.

"De Amerikaanse overheid moet daarom erkennen dat wij partners zijn, en aanwijzingen geven dat Nederlandse bedrijven moeten meedoen", vindt de NIID-directeur. "Dat is nog niet voldoende uitonderhandeld door de Nederlandse regering."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 1 oktober 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.