JERUZALEM/AMMAN - Met twee bomaanslagen is de spanning in het Midden-Oosten gisteren, een dag na de gewelddadige dood van een baby van joodse kolonisten, verder gestegen. In het Jordaanse Amman is de Arabische Liga bijeen. De Syrische leider Bashar al-Assad zei daar niet te geloven in vrede met Israël waar "de racist Sjaron" aan de macht is.

Veel Israëli's twijfelen na de aanslagen aan de veiligheid die de nieuwe premier Ariel Sjaron voor zijn recente verkiezing beloofde. Twee bommen gingen af in joodse districten van bezet Oost-Jeruzalem, waarbij zeker twintig gewonden vielen. Een van de daders kwam om het leven. De burgemeester van Jeruzalem Ehoed Olmert verklaarde dat "we in staat van oorlog zijn".

In een reactie op de dood van een tien maanden oude baby door een kogel van een Palestijnse scherpschutter hadden Israëlische tanks een Palestijnse woonwijk in Hebron beschoten. Daarbij raakten naar schatting zeventien mensen gewond.

De Syrische president Al-Assad zei gisteren op de topconferentie van de Arabische Liga over premier Sjaron dat de gewone Israëli's "deze racist hebben gekozen omdat ze alles wat Arabisch of islamitisch is, haten". De joodse staat is een racistische maatschappij, "erger dan die van de nazi's", volgens Assad.

De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, heeft in Amman de "buitensporig harde reactie" van de Israëli's op de Palestijnse opstand tegen de bezetting veroordeeld. Hij laakte "de collectieve bestraffing" door de Israëlische strijdkrachten, die de Palestijnse enclaves afgrendelen. Door de afgrendeling en beschietingen is van economisch leven nauwelijks meer sprake.

De Egyptische president Hosni Moebarak zei in zijn rede voor de top dat de Palestijnen snel hulp moeten krijgen. Een halfjaar geleden beloofden de Arabische leiders ruim 2 miljard gulden, maar daar is nauwelijks 3 procent van uitgekeerd.

Alleen Irak heeft veel hulp weten te bezorgen. De discussie over dat land bleef zonder ontknoping. Koeweit en Saoedi-Arabië blijven zich verzetten tegen een verbroedering omdat ze geen garanties hebben dat Irak niet weer een bedreiging voor hen wordt. Annan erkende dat de internationale gemeenschap met twee maten meet als het om het afdwingen van VN-resoluties gaat. Irak wordt met sancties gestraft en Israël niet.

De VN-Veiligheidsraad is het gisteren zo goed als eens geworden over een resolutie waarin wordt gesteld dat het Israëlisch-Palestijnse geweld onmiddellijk moet stoppen. Ook staat in de ontwerp-resolutie dat er een beschermingsmechanisme moet worden opgezet voor de Palestijnse burgers. (ANP/AFP/AP)

wo 28 maart 2001