AMSTERDAM - Het nieuwe belastingstelsel heeft de lijfrenteaftrek flink beperkt. Althans, zo lijkt het op het eerste gezicht. Wie de moeite neemt de nieuwe regeling eens goed te bekijken, komt erachter dat er toch meer mogelijkheden zijn dan eerst werd gedacht. Wie gebruik wil maken van de extra mogelijkheden zal wel het nodige rekenwerk moeten verrichten.
Met de invoering van het nieuwe belastingstelsel is ook de nieuwe lijfrenteregeling ingegaan. In vergelijking met de oude regeling zijn de mogelijkheden om tot lijfrenteaftrek te komen flink ingeperkt. De grootste wijziging is dat u flink wat rekenwerk moet doen als u in aanmerking wilt komen voor meer lijfrenteaftrek dan het standaardbedrag van de basisruimte van 2.283 Bovendien is het niet meer mogelijk om de basisruimte van uw partner te benutten, want de basisruimte is niet meer overdraagbaar tussen partners. Wilt u gebruik blijven maken van die basisruimte, dan moet u er rekening mee houden dat u de premie moet storten voor 31 december. In tegenstelling tot voorgaande jaren is het namelijk niet meer mogelijk om gebruik te maken van de mogelijkheid van terugwenteling. Die regeling hield in dat de lijfrenteaftrek benut kon worden tot uiterlijk 30 juni van het volgende jaar. Per saldo is de basisruimte dus een flinke stap terug. Niet alleen vanwege de veel lagere aftrek die vorig jaar nog 6.179 was, maar ook omdat de basisruimte niet meer overdraagbaar is aan uw partner.
Wie meer lijfrenteaftrek wil krijgen zal aan het rekenen moeten gaan. In de nieuwe lijfrenteregeling is er namelijk nog de jaarruimte die u kunt benutten. Voor het berekenen van uw jaarruimte neemt u uw bruto jaarsalaris inclusief variabele beloning en de bijtelling van de auto van de zaak. Vervolgens trekt u daar een bedrag van 21.808 vanaf. De uitkomst vermenigvuldigt u met 17%. Met een inkomen van bruto 100.000 is de uitkomst 13.292. In principe is dat het bedrag wat u jaarlijks voor uw oudedagsvoorzieningen fiscaal zou mogen aftrekken. Bij het definitief bepalen van de jaarruimte moet u 7,5 maal de aangroei van uw pensioenaanspraken aftrekken van het berekende bedrag aan lijfrenteruimte. De aangroei van uw pensioenaanspraken kunt u halen uit de opgaven van uw pensioenfonds. Stel dat uw pensioenrechten in een jaar tijd zijn gegroeid met 1225, dan moet u 7,5 keer die aangroei in mindering brengen, ofwel 9.188. Per saldo houdt u dan in het voorbeeld een jaarruimte over van 4.104. Het is niet zo dat u hierbij nog de basisruimte van 2.283 mag optellen, want de jaarruimte vervangt dan de basisruimte. In de volgende aflevering gaan wij in op de derde aftrekmogelijkheid, de reserveringsruimte.