ZEIST - De inkomens van de top van het Nederlandse bedrijfsleven zijn vorig jaar weer zeer fors gestegen. Leden van de raden van bestuur gingen er gemiddeld 10,5 procent op vooruit en de voorzitters van de die raden zelfs 14,2 procent. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de Hay Group in Zeist.
De inkomensstijging geldt voor het inkomen inclusief de variabele bestanddelen zoals optieregelingen en bonussen. Als alleen naar het vaste inkomen wordt gekeken bleef de salarisstijging beperkt tot 6,2 procent voor de leden van de raad van bestuur en 7,9 procent voor de voorzitters.
Deze inkomensgroei steekt ver uit boven de gemiddelde verhoging van de cao-lonen in 2000 met 3,4 procent. Wel krijgen veel werknemers behalve deze cao-verhoging ook nog extra loon via al dan niet jaarlijkse periodieken.
Volgens het onderzoek is de beloning van Nederlandse topmanagers nog steeds mager in vergelijking met het in de Verenigde Staten gebruikelijke niveau. De vaste inkomens zijn nog wel min of meer vergelijkbaar, maar de bonussen zijn in de VS twee tot vier keer zo hoog en de optietoekenningen kunnen oplopen tot vijf à tien keer de Nederlandse niveaus.
De vakcentrale FNV constateert dat de afspraak met de werkgeversorganisatie VNO-NCW dat de salarisontwikkeling van de top min of meer parallel zou lopen met die van de overige werknemers, niet is nagekomen. Toch blijft de FNV vasthouden aan een gematigde loonontwikkeling, hoewel de druk van de achterban om daarvan af te stappen door de "zelfverrijking" van de top steeds groter wordt.