LISSABON - Terwijl het Nederlands elftal zich sinds de verzameling in Hoenderloo druk maakt over Andorra en Portugal, genieten de spelers van laatstgenoemd land tot vrijdag van een paar welverdiende rustdagen. Belangrijk volgens bondscoach Antonio Oliveira. "Omdat alle internationals sinds anderhalve maand zo'n driemaal per week in actie zijn gekomen."

Rust komt hem beter voor dan zijn spelers nu al in trainingskamp te zetten, waardoor de druk voor de belangrijke kwalificatie-interland tegen Oranje weleens over het kookpunt kan raken. Met alle nadelige gevolgen van dien.

Figo, Capucho en Couto (vlnr).

Vrijdag verwelkomt Oliveira zijn selectie iets ten noorden van Lissabon bij de luxueuze badplaats Cascais. Daar in een besloten hotel bivakkeert de ploeg tot maandag alvorens af te reizen naar Porto, waar woensdag Nederland wacht in stadion Das Antas. "Eerst zullen we ons ontspannen in Lissabon." De ploeg maakt daar gebruik van Estadio Nacional, binnen welke muren tevens de nationale voetbalbond is gevestigd. De accommodatie wordt trouwens nog nauwelijks gebruikt of het moet zijn voor atletiekwedstrijden. Wel trainen veel nationale selecties van Portugal in het stadion vanwege de uitstekende grasmat, die in beheer is van de voetbalbond.

Na de verhuizing naar Porto wordt het menens voor Figo en de zijnen. Waaronder Fernando Couto. De verdediger is de natuurlijke leider van de halve finalist op EURO 2000. Ex-speler van FC Porto John de Wolf, Louis van Gaal en Michael Reiziger herinneren zich hem nog wel en tegenwoordig actief bij Lazio Roma.

Overigens wenst niemand in het Portugese kamp de huid te verkopen alvorens de Oranje-beer is geschoten. Figo: "Historisch gezien hebben we het moeilijk met de kwalificatie. Ditmaal zijn we goed begonnen, maar garanties krijg je pas aan de eindstreep. Eenmaal op een groot toernooi, zie je de Portugees vaak groeien. Maar eerst zullen we ons daarvoor moeten ontdoen van Nederland (28 maart) en Ierland op 2 juni in Dublin."

In Porto verwacht Figo meer moeite met Nederland dan in Rotterdam. Vooral omdat het publiek van Portugal aanvallend voetbal verwacht en rekent op een zege. De reputatie van Oranje heeft zelfs tot in Portugal flinke deuken opgelopen. "Hoewel Nederland moet winnen, geloof ik niet dat ze blind de aanval zoeken. Je kan met het 4-3-3-systeem ook verdedigend spelen. Voor ons is het zaak Oranje niet veel ruimte te geven want daar weten ze goed raad mee."

Portugal zelf zal trachten de aanval te zoeken. Logisch volgens Figo. "Negen van de tien spelers weten niet wat te doen zonder bal, maar met de bal weten ze het des te beter. Omdat voor Nederland hetzelfde geldt verwacht ik een wedstrijd in het teken van de aanval met veel doelpunten." In tegenstelling tot wat rond Oranje af en toe hardop wordt gezegd, hoor je niemand bij de Portugezen over de onoverwinnelijkheid van hun team praten. Eerst laten zien, dan praten. Een volgorde waarin Nederlandse internationals zich weleens verslikken. Mede door gebrek aan zelfkritiek.

"Af en toe is het op de grens van arrogantie, maar dat hoort een beetje bij de Nederlanders", vindt Figo, wijs geworden met allerlei Nederlanders in Barcelona. "Het stamt uit de tijd dat Oranje en clubs in Holland volgens een geheel eigen speelwijze van 4-3-3 grote internationale prijzen wonnen. Het mechanisme van die speelstijl zit er nog steeds in en als alles klopt, weten Nederlanders dat ze van iedereen kunnen winnen."

Volgens Figo zit de Portugese voetbalstructuur en -cultuur anders in elkaar evenals de karakters van de spelers. "Wij zijn meer gericht op vrijheid van het individu in een niet van tevoren bepaald systeem. Dat speelt ons soms parten omdat het misverstanden in de hand werkt. Nee, wij moeten niets kopiëren want dat is altijd minder dan het origineel. Zelf heb ik bij FC Barcelona het Nederlandse systeem gespeeld en tot op zekere hoogte hou ik ervan. Het kan succesvol zijn alhoewel je ziet dat Oranje bij het wegvallen van vleugelaanvallers kwetsbaar wordt."

Figo weigert een waarde-oordeel over het geroemde 4-3-3-systeem te geven. "Of het in deze tijd past? Laat ik zeggen, dat ik het bewonder dat ze in Holland na een nederlaag niet direct van hun geloof afstappen."

wo 21 maart 2001