DEN BOSCH - De rechtbank in Den Bosch heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging van de voormalige directie van de in 1993 omgevallen levensverzekeraar Vie d'Or. Volgens de rechtbank heeft het onderzoek veel te lang geduurd. De van malversaties verdachte Frans Maes en Gerard van Santen gaan nu vrijuit.
"Ik drink vanavond eerst een glas wijn op de goede afloop en daarna mag ik eindelijk weer als vrij man en met een gerust hart gaan slapen", zegt de voormalig directeur grootaandeelhouder Frans Maes (61) enkele ogenblikken na de uitspraak van de rechtbank. "Gelukkig kan ik de volgende morgen uitslapen, want ik word nergens op kantoor verwacht", voegt hij daar nog aan toe, cynisch wijzend op het feit dat hij door het slepende onderzoek al jaren zonder baan zit.
Volgens Maes blijkt uit de beslissing van de rechtbank dat er weinig is overgebleven van de oorspronkelijke beschuldigingen aan zijn adres.
In haar argumentatie bij het besluit tot het stopzetten van de strafzaak stelt de rechtbank inderdaad onder meer dat de vergrijpen waar Maes en Van Santen voor vervolgd werden, zoals oplichting, valsheid in geschrifte en belastingontduiking niet van zeer ernstige aard zijn. Bovendien vraagt de rechter zich af in hoeverre deze delicten ook de oorzaak van de schade van de polishouders zijn geweest. In een eerder stadium had de rechter al zijn verbazing uitgesproken over het ontbreken van zulke aan de polishouders gerelateerde delicten op de tenlastenlegging. Het bevreemdde ook R. Verbunt, raadsman van Gerard van Santen: "Het tweede deel van het onderzoek door het OM leverde eigenlijk geen nieuwe feiten op, maar nam wel ruim vier jaar in beslag".
Het Openbaar Ministerie is teleurgesteld over de beslissing van de rechtbank. "Na zoveel jaren van energie verwacht je toch iets anders. Wij gaan ons nu beraden over een eventueel hoger beroep.", zegt persofficier G. Bos, die bij herhaling benadrukt dat het niet alleen het OM is geweest dat te traag heeft gewerkt in de ogen van de rechtbank. "Kijkt u maar in de uitspraak, de verwijten worden ook neergelegd bij het Hof en bij anderen, op wiens snelheid van handelen wij geen enkele invloed hadden".
De Stichting Vie d'Or, opgericht door de 11.000 gedupeerde polishouders van de gefailleerde verzekeraar, reageert teneergeslagen. "Wij betreuren dit zeer. Het gerechtshof had nou juist in 1996 bepaald dat het maatschappelijk van groot belang is dat er zich een rechter uitspreekt over deze zaak. Maar ja, het heeft ook ontzettend lang geduurd", aldus een woordvoerder namens de polishouders. Volgens hem heeft de uitspraak echter geen gevolgen voor de civiele procedure waarin volgende maand een uitspraak wordt verwacht.
De Stichting houdt vandaag rekening met een stroom van emotionele reacties van ex-polishouders op het nieuws over de strafzaak en overweegt zelfs een soort opvang voor hen te regelen.