LEIDSCHENDAM - De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) krijgt er in de toekomst een nieuwe taak bij. De inlichtingendienst mag onder bijzondere voorwaarden ook buiten Nederland 'spioneren'. Om onderzoeken buiten de landsgrenzen mogelijk te maken, gaat de BVD extra personeel inzetten.

Dat is het voornaamste gevolg van de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, die vrijdag is aangenomen. De op handen zijnde invoering van de wet brengt ook een naamswijziging met zich mee: de BVD heet voortaan Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

Het verrichten van onderzoek in andere landen kan alleen plaatsvinden naar niet- militaire onderwerpen. De minister-president en de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie moeten de onderzoeksdoelen aanwijzen.

Volgens BVD-chef S.J. van Hulst is het niet de bedoeling dat zijn dienst de taken van de opgeheven Inlichtingendienst Buitenland (IDB) gaat overnemen. "Het gaat bij de buitenlandse missies om vraaggestuurde opdrachten", aldus Van Hulst. "Wij zullen dus niet op eigen initiatief agressieve, risicovolle operaties plannen."

De nieuwe wet zorgt er niet alleen voor dat allerlei opsporingsmethoden van de AIVD zoals observaties en het aftappen van telecommunicatie nu een wettelijke basis hebben. maar geeft ook nieuwe bevoegdheden. Zo mag de AIVD voortaan brieven openen als de rechtbank daar toestemming voor geeft.

De geheime dienst is in de toekomst wettelijk verplicht een betrokkene naar wie onderzoek is verricht daarvan op te hoogte te stellen. Om het onderzoek niet te schaden, hoeft de AIVD dat pas na vijf jaar te doen.

Verder komt er een mogelijkheid voor de directe familie van een overleden persoon om inzage te krijgen in het eventueel bij de AIVD aanwezige persoonsdossier van de betrokkene. De wet wordt pas van kracht als ook de Eerste Kamer zijn goedkeuring heeft gegeven.

di 20 maart 2001