AMSTERDAM - Nog steeds dwarrelen in de brievenbussen van Nederlandse gezinnen folders neer met aanbiedingen van beleggingsproducten, waarin ervan wordt uitgegaan dat koersen op middellange termijn een aantrekkelijke stijging zullen ondergaan.
Is dat wel juist nu de aandelenmarkten van de wereld al maandenlang teleurstellen? Beleggingsexperts hebben een meer genuanceerde mening en zij geloven dat de beurstrend voorlopig matig zal blijven.
Het gemiddeld dividendrendement op aandelen bedraagt op dit moment ruim 2%. Op obligaties is dat ruim het dubbele. Op basis van deze vergelijking zijn aandelen dus slechts interessant wanneer de koersen stijgen, zodat een aanvullend rendement behaald kan worden door koerswinst. Voor de komende jaren mag dat nauwelijks worden verwacht. Dat is althans de mening van professor Jean Frijns, en dat is niet de eerste de beste. Hij is directeur Vermogensbeheer van het ABP en dat is verreweg de grootste belegger van Nederland en één van de grootste beleggers in de wereld. Hij verwacht dat het rendement op aandelen in de eerstkomende jaren beduidend lager zal zijn dan de afgelopen vijf jaar het geval was. Hij rekent voorlopig met 2 à 3 % tegen 7 à 8 % in de afgelopen jaren. Bij een vermogensrendementsheffing van 1,2% zal in deze visie het netto rendement op aandelen, dus na belasting, vrijwel nihil zijn.

|
|
Houdt dit in dat je voorlopig geen aandelen moet kopen? ABP heeft een andere mening. Op dit moment heeft het ABP 42% van het vermogen belegd in aandelen en dit percentage wil men verhogen tot 52 eind 2003. Daaruit blijkt dat het ABP ook al verwacht men op de korte termijn geen wonderen op de langere termijn positief over aandelen blijft. Dat moet ook wel, want het ABP heeft een belegd vermogen van 330 miljard. In het verleden werd veel van het beschikbaar komende geld in staatsobligaties belegd, maar die worden schaars.staatsobligaties kunnen grote beleggers hun geld dus niet meer voldoende kwijt, zodat men wel móet kiezen voor aandelen, naast onroerend goed waarin de mogelijkheden overigens ook niet oneindig groot zijn. Zeker niet, wanneer een economische afkoeling voor de deur staat.
Voor particuliere beleggers is de situatie anders dan voor de miljardairs in beleggingsland. Particulieren zijn veel beweeglijker en zij hebben ook een kortere horizon. Wanneer aandelen geen of weinig koerswinst beloven, is deze sector voor hen minder interessant en mede daardoor stelt de beurs al geruime tijd teleur. Werd in de jaren negentig iedere aandelenaankoop met (koers)succes beloond, nu gaat het veel meer om zorgvuldige selectie enerzijds en een beleid van 'trading' anderzijds. Bij 'trading' moet je denken aan het kopen van een aandeel, omdat het opeens in de gratie komt. Dat kan bijvoorbeeld zijn, omdat een bod op het aandeel wordt verwacht. Je loopt dan snel mee met de kopende massa en moet zorgen het fonds weer verkocht te hebben als de kooplust taant. Dat vraagt om een actieve instelling en het nauwgezet bijhouden van de beursliteratuur. Van de honderdduizenden die in de jaren negentig voor het eerst in de beurs zijn gestapt, kennen velen dit 'tradingprincipe' nog onvoldoende en voor hen ziet het ernaar uit, dat zij in beginsel voorlopig weinig plezier aan hun aandelenbeleggingen zullen beleven. Want een hernieuwde sterke stijging van de beurskoersen over de hele linie is nu niet erg waarschijnlijk.
onder redatie van Peter van der Tuin - Bijdrage: Theo Mebius