Oude militaire terreinen voor opslag vuurwerk
door Michiel Hoogers
AMSTERDAM - De vuurwerkbranche wil afgedankte militaire opslagplaatsen gaan gebruiken voor het bewaren van vuurwerk. Dit heeft de voorzitter van de Vereniging Evenementenvuurwerk Nederland (VEN), G. Wagenvoort, verklaard.
Voor de meeste van de ongeveer vijftig professionele vuurwerkbedrijven in Nederland is het vinden van alternatieve opslagruimte een halszaak als de Tweede Kamer het ontwerp-vuurwerkbesluit van minister Pronk (VROM) binnenkort goedkeurt.
Dit vuurwerkbesluit stelt onder meer vast dat voor de opslag van professioneel vuurwerk een veiligheidsafstand van achthonderd meter is vereist. Aan deze eis voldoet de huidige opslag in het algemeen niet. Waarschijnlijk behandelt het parlement Pronks besluit volgende maand. De minister heeft de scherpe regels opgesteld als reactie op de vuurwerkramp in Enschede.
Wagenvoort: "Als de Tweede Kamer hiermee akkoord gaat, betekent dit de complete liquidatie van de professionele vuurwerkbranche in Nederland."
Alternatief
Desalniettemin zoekt de VEN al naar de mogelijkheden voor een alternatieve opslag van vuurwerk. Een daarvan is het gebruiken van overbodig geworden opslagplaatsen van militair materieel, zoals oude mobilisatiecomplexen. Wagenvoort: "Daarover zijn we inderdaad met de dienst Domeinen in gesprek".
Als het ministerie van Defensie militaire terreinen afstoot, komen die in beheer bij de dienst Domeinen. Ambtenaren van Domeinen zoeken er een nieuwe bestemming voor. Dat doen zij, in volgorde van voorkeur, bij: de rijksoverheid, de provinciale overheid, de gemeentelijk overheid en particulieren.
Een woordvoerder van de dienst Domeinen zei op de hoogte te zijn van de plannen: "Ik heb ervan gehoord. Maar er zijn geen kant en klare lijsten van beschikbare terreinen en er is geen beeld van wat vrij is voor de opslag van vuurwerk."
In de vuurwerkbranche wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat de vuurwerkbedrijven verhuizen naar België of Duitsland om Nederland vanuit de grensstreek te bedienen.
ma 19 maart 2001
|