ROTTERDAM - Technische problemen en onenigheid over de aandelenverhouding vertragen de beursgang van rederij P&O Nedlloyd.
Bestuursvoorzitter Leo Berndsen van joint venture-partner Nedlloyd is het nu al maanden voortslepende meningsverschil met P&O zichtbaar zat: "Binnen enkele maanden nemen we een besluit. Of we gaan door, of we blazen het hele plan af. De aandeelhouders en onze werknemers hebben recht op duidelijkheid."

|
LEO BERNDSEN (Foto: Roel Dijkstra)
|
Berndsen gaf gisteren een toelichting op de vertraging tijdens de presentatie van de jaarcijfers van Nedlloyd. Naast het genoemde containerbedrijf is Nedlloyd mede-eigenaar is van Martinair. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening steeg diep uit het rood tot EUR50 miljoen positief (+239%), ondanks de extreem hogere brandstofkosten en de forse verliezen van Martinair. Het nettoresultaat lag zelfs nog EUR86 miljoen hoger, maar dat werd voornamelijk veroorzaakt door de boekwinst op de verkoop van het bedrijfsonderdeel Mammoet zwaartransport (EUR17 miljoen) en een dankbaar aanvaard vermogensoverschot van het eigen pensioenfonds (EUR68 miljoen).
De vooruitzichten voor de komende twee jaar zijn bij het scheepvaartonderdeel positief, ondanks de verwachte daling van inkomsten uit containervervoer op de VS. Een besparingsprogramma moet vanaf 2003 jaarlijks EUR220 miljoen aan kostenreducties opleveren. Van Martinair verwacht Nedlloyd dat dit jaar het break-even punt bereikt wordt, nadat de luchtvaartmaatschappij in 2000 nog zorgde voor een verliespost van EUR22 miljoen.
Het plan van Nedlloyd en P&O om het gezamenlijke containerscheepvaartbedrijf P&O Nedlloyd (beide hebben een 50%-belang) beursnotering te verschaffen, moet beleggers de mogelijkheid bieden rechtstreeks deel te nemen in de op één na grootste containerrederij ter wereld. Nu kan dat slechts via een omweg: via Nedlloyd, wat eveneens investeren in het verlieslatende Martinair betekent, of via P&O, waarachter een groot aantal andere activiteiten schuil gaat. De beursnotering zou bovendien overnames van andere scheepvaartondernemingen makkelijker maken. "Het zou ons helpen in de consolidatieslag. Nu moeten we overnames met cash betalen, straks kan dat met aandelen", aldus Berndsen.
De twee ondernemingen zijn van plan het scheepvaartbedrijf onder te brengen bij Koninklijke Nedlloyd, waarna deze de naam wijzigt in P&O Nedlloyd. De Britse aandeelhouder zal in dat geval het belang van het scheepvaartbedrijf omruilen voor 50% in Nedlloyd. En daar zit 'm ook meteen de crux: Nedlloyd wil niet dat P&O zo'n grote zeggenschap krijgt in de nieuwe organisatie.
Daarnaast spelen er enkele (belasting)technische problemen, waarvan binnen enkele maanden moet blijken of ze op te lossen zijn. "De gesprekken verlopen constructief, maar zoals de Engelsen zeggen: The devil is in the tail (het venijn zit hem in de staart, red.). Ik blijf desondanks optimistisch", aldus Berndsen.
Volgens de bestuursvoorzitter heeft het oponthoud niets te maken met de eveneens vertraagde verkoop van Martinair. Nedlloyd wil al enkele jaren van het 50%-belang in de luchtvaartmaatschappij af. Een verkoopplan aan mede-eigenaar KLM stuitte in 1999 echter op mededingingsbezwaren van de Europese Commissie.
"Martinair heeft inmiddels een hernieuwd plan voor overname door de KLM ingediend, waarover de commissie in april of mei zal beslissen. Indien ook dat plan in Brussel geen genade vindt, heeft de KLM toegezegd in het belang van de onderneming af te zien van haar eis tot zeggenschap over Martinair ten gunste van een derde. Dat is namelijk een voorwaarde om andere partijen te interesseren voor ons aandeel in de luchtvaartmaatschappij."
Volgens Berndsen zijn de recente miljoenenverliezen bij de luchtvaartmaatschappij geen obstakel bij de geplande verkoop. "De partijen die hun interesse hebben getoond, geven blijk van vertrouwen in de maatregelen die door Martinair zijn genomen om de verliezen een halt toe te roepen. Een half jaar geleden was het inderdaad een slecht moment geweest om ons aandeel te verkopen. Nu voorzie ik op dat punt geen problemen."