SEPANG - De overeenkomst gaat wellicht wat ver, maar toch hebben de Grand Prix Formule 1 van Maleisië van komend weekeinde en de recentelijke eruptie van raciaal geweld in Koeala Loempoers armste buitenwijk Taman Medan wel degelijk raakvlakken. In beide gevallen hebben de autoriteiten immers gevraagd het hoofd koel te houden en de rust te bewaren.
De Maleisische regering en de door hen gecontroleerde media proberen de ergste onlusten in 30 jaar tijd, waarbij minstens zes doden en 40 gewonden vielen, te bagatelliseren tot een politieke aanzet tot onrust en minder te zien als een geweldsexplosie onder de overheersende Maleisiërs, de zich derderangsburgers voelende Indiërs en de economisch sterke Chinese minderheid.
"We moeten niet voor onnodige spanning onder de bevolking zorgen door allerlei geruchten te verspreiden. Laten we het hoofd koel houden," adviseerde vice-premier Abdullah eergisteren bij zijn bezoek aan het gebied waar zo'n 200 heethoofden zijn opgepakt.
Tot dezelfde kalmte maant ook FIA-president Max Mosley, na de dood van de 52-jarige Graham Beveridge. Deze Australische baanofficial overleed vorige week aan borst- en buikverwondingen nadat hij in Melbourne werd getroffen door een wiel van Jacques Villeneuve's exploderende bolide. Een aantal toeschouwers liep bovendien lichte verwondingen op door rondspattende brokstukken. De discussie over de veiligheid op en vooral langs het circuit laaide meteen op. De hoogste baas van de Internationale Automobiel Federatie neemt de kritiek en suggesties (hogere hekken langs de baan en op afstand bestuurde racesignalen) serieus, maar houdt eerst vast aan een evaluatie van de gebeurtenissen om dan pas maatregelen te nemen. Dat hete item komt binnenkort aan de orde tijdens de meeting van de World Council.
In dat perspectief wordt ook de bandenstrijd beschouwd tussen Bridgestone en nieuwkomer Michelin, die voor veel snellere rondetijden heeft gezorgd dan voor mogelijk werd gehouden. De dit seizoen geïntroduceerde aërodynamische ingrepen om de wagens langzamer te maken, hebben dan ook niets uitgehaald. Een verklaring voor de inschattingsfout die Villeneuve maakte toen hij Ralf Schumacher wilde passeren maar op hem knalde, zou zijn dat de Canadees zich geen rekenschap gaf van de veel hogere snelheden die de bandenoorlog heeft veroorzaakt.
Ex-coureur Clay Regazzoni, zelf in 1980 verlamd geraakt door een crash met zijn Ensign in Long Beach, meende daarom zelfs dat Mosley moet aftreden, omdat hij als hoogst verantwoordelijke de nieuwe ontwikkelingen verkeerd heeft ingeschat. Maar zo zei de beschuldigde vorige week: "Ik neem geen overhaaste beslissingen. Laten we eerst afwachten hoe de races in Maleisië en Brazilië verlopen. Bevestigen die wat we in Melbourne hebben gezien, dan moeten we snel in actie komen."
Op het fraai aangelegde Sepang International Circuit is men inmiddels uiterst waakzaam. Hoewel de Maleisische Grand Prix wat medische voorzieningen en organisatie betreft tot de beste Formule 1-races wordt gerekend, heeft wedstrijdleider Subramaniam zijn baanposten nog eens extra op scherp gezet. "De veiligheid van de toeschouwers is gewaarborgd, want we hebben hier alle ruimte en de marshalls zijn beter beschermd dan waar ook," verzekerde hij.
Maar of er veel publiek op de tweede ronde van het wereldkampioenschap afkomt, is nog maar zeer de vraag. Van de 90.000 toegangskaarten is tot nu toe maar de helft van de hand gegaan en in een poging om de bevolking te stimuleren naar Sepang te komen, is besloten de race niet live op de Maleisische tv uit te zenden. Dit tot groot ongenoegen van evenementsponsor Petronas, tevens de sponsor van het Sauber-team. De magere publieke belangstelling heeft weinig te maken met de klimatologische omstandigheden, want op het circuit is het een ware sauna (ruim 30 graden Celsius en zeer vochtig). De apathische houding is vooral te verklaren door de voor plaatselijke begrippen hoge toegangsprijzen (circa 70 gulden voor de goedkoopste dagkaart).
Echter ook de buitenlandse belangstelling in het recente verleden maakte die 70 procent van de bezoekers uit is tanende en het Sepang-circuit heeft de beschuldigende vinger al uitgestoken naar de hotelorganisaties die met hun prijzen raad weten. Zo vraagt een driesterrenhotel al kamerprijzen van 500 gulden per nacht. De hoteleigenaren, verenigd in de MAHO, nemen de klacht echter niet serieus en verwijzen naar andere Grands Prix waar de prijzen op minstens hetzelfde niveau liggen. Dat nu zelfs sportminister Hussein zich in deze triviale strijd mengt, zegt echter alles over het nationalistisch belang dat in Maleisië aan de Grand Prix met een wereldwijde belangstelling van 800 miljoen tv-kijkers wordt gehecht.