Kans op nieuwe oorlog neemt toe
Van onze correspondent
PRISTINA - De opstand van gewapende Albanezen heeft zich van de grens met Kosovo en Servië verplaatst naar het binnenland van Macedonië en lijkt ook in hevigheid toe te nemen. Er wordt in het zuidoostelijk deel van de Balkan steeds openlijker gesproken over de kans op een nieuwe oorlog.
Niet alleen Macedonië maakt zich zorgen, maar ook de NAVO, die tot nu toe niet effectief heeft kunnen of willen optreden tegen gewapende Albanezen in de grensdriehoek Kosovo-Servië-Macedonië, is ongerust. Met name de uitdijende opstand in Macedonië bedreigt de stabiliteit in de regio.
In Macedonië maken de Albanezen eenderde van de circa twee miljoen zielen tellende bevolking uit. Gematigde stromingen binnen die Albanese minderheid regeren mee in een coalitie met de Slavische meerderheid. Maar in de afgelopen zes maanden groeit onder de Albanese bevolking van Macedonië sympathie voor de rebellen, die eerder voor onafhankelijkheid dan grotere autonomie lijken te strijden.
Gejuich
In de tweede stad van Macedonië, Tetevo, bleek dat gisteren overduidelijk. Tijdens een betoging voor meer gelijkheid vonden in dorpen aan de rand van de stad beschietingen plaats door opstandelingen. Bij ieder salvo klonk gejuich op uit de menigte van circa 5.000 mensen.
Tot nu toe hadden de botsingen zich voorgedaan in het dunbevolkte grensgebied met Kosovo, maar de strijd heeft zich nu verder landinwaarts verplaatst. De Macedonische regering sprak gisteren van 'een regelrechte oorlog'.
Vorige maand bezetten de rebellen het geïsoleerde dorp Tanusevci, waar zij een week geleden door Macedonische troepen uit werden verdreven. Aangenomen werd dat de opstandelingen, die zichzelf het Nationale Bevrijdingsleger (NLA) noemen, naar de bufferzone tussen Kosovo en Servië waren gevlucht, maar een deel lijkt nu oostwaarts dieper Macedonië in te zijn getrokken.
Onrust
De onrust in Macedonië staat direct in verband met de situatie in Kosovo en de bufferzone in de Servische Presevo-vallei, van waaruit andere Albanese opstandelingen hebben geopereerd. De NAVO heeft het echter met de nieuwe machthebbers in Belgrado op een akkoordje gegooid. Het Joegoslavische leger, dat tot nu toe niet in de roerige bufferzone mocht opereren, kon daar gisteren in samenspraak met de NAVO terugkeren om de orde te herstellen.
De rebellen in de Presevo-vallei hebben zich verplicht tot een wapenstilstand. Het binnentrekken van het Joegoslavische leger verliep gisteren zonder problemen.
Riza Halimi, de politieke leider van de 60.000 Albanezen in de Presevo-vallei, verwoordde de angsten van zijn volgelingen in het gebied. "Dit zijn de troepen die tot amper twee jaar geleden hier huis hielden uit naam van Slobodan Milosevic. Aan die uniformen hebben we alleen maar pijnlijke herinneringen." De Albanese bevolking bleef gisteren vrijwel massaal binnen.
Gewapend met automatische geweren trokken de Joegoslavische troepen voorzichtig de zone binnen. Ze controleerden de weggetjes op landmijnen, maar vonden niets. Voor de Joegoslavische president Vojislav Kostunica houdt het 'hernemen' van de vijf kilometer brede zone een begin in van de vestiging van Servisch bestuur in Kosovo. De NAVO wil zo ver nog niet gaan en ziet de militaire samenwerking met Belgrado in de bufferzone als de beste mogelijkheid de rebellen in Macedonië de pas af te snijden.
De NAVO bereidt zich voor op een vertrek van de Amerikaanse troepen uit Kosovo. Dat zei de speciale afgezant voor Kosovo van de NAVO-secretaris-generaal Robertson, de Nederlandse diplomaat Pieter Feith, gisteren in het tv-programma NOVA. Wel zullen de VS logistieke middelen en militaire inlichtingen blijven geven.
do 15 maart 2001
|