PRISTINA - Etnisch-Albanese rebellen in Kosovo zijn gisteren akkoord gegaan met een staakt-het-vuren van 20 dagen dat een einde moet maken aan het geweld in de Presevo-vallei in de Servische provincie. De NAVO en Belgrado sloten eveneens een verdrag waardoor Joegoslavische militairen en Servische politie-eenheden kunnen terugkeren naar de bufferzone aan de grens met Kosovo.
|
Shefket Musliu (Foto: AP)
|
De Joegoslavische troepen moeten de NAVO helpen een eind te maken aan de wapensmokkel door etnische Albanezen in het Zuid-Servische Presevo-dal en in het naburige Macedonië. De NAVO wil de crisis in het dal met spoed tot een goed einde brengen, uit vrees dat er een nieuwe brandhaard in de Balkan ontstaat.
De rebellen in de zone zeiden na de ondertekening van de wapenstilstand dat zij niet de veiligheid van Joegoslavische militairen kunnen garanderen.
De door de NAVO geleide VN-vredesmacht KFOR is er uiteindelijk ook in geslaagd het etnische-Albanese 'Bevrijdingsleger voor Presevo, Medvedja en Bujanovac' over te halen tot een bestand.
Hoewel UCPMB-commandant Shefket Musliu in het weekeinde nog dreigde tot de laatste man te vechten om het Joegoslavische leger uit de zone te houden, zei hij gisterenmiddag akkoord te gaan met een bestand van twintig dagen. In de Servische versie van het bestand was geen tijdslimiet opgenomen.
Dat de rust in het grensgebied niet gemakkelijk te herstellen zal zijn, bleek gisteren meteen. Het Macedonische leger raakte in gevecht met rebellen in het grensdorp Tanusevci, maar zou hen uit het dorp hebben verdreven. Twee weken geleden begonnen de rebellen in hetzelfde dorp hun opstand in Macedonië. (AP/Reuters)