Makelaars concurreren
nauwelijks
Van onze economische
redactie
DEN HAAG - Woningmakelaars
berekenen te hoge tarieven waarover vaak niet te onderhandelen valt.
Daarnaast concurreren ze te weinig. Dat is de mening van de Consumentenbond
en de Vereniging Eigen Huis, die zich baseren op een onderzoek onder
543 makelaars en bemiddelaars.
De tarieven percentages van de (ver)koopprijs die
makelaars hanteren zijn niet of nauwelijks gedaald, hoewel de huizenprijzen
explosief zijn gestegen. Ook het aantal huizen dat van eigenaar
wisselde groeide tot voor kort als kool. Verder bleek dat slechts
de helft van de makelaars met klanten over tarieven wil onderhandelen.
De makelaars die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging
van Makelaars (NVM) hanteren de hoogste tarieven. Vooral omdat ze
onderling informatie uitwisselen, werken ze feitelijk meer samen
dan dat zij elkaar beconcurreren, vinden de consumentenorganisaties.
Internet
Om de concurrentie te bevorderen, vinden beide clubs dat alle informatie
over onroerend goed direct via internet openbaar moet worden gemaakt.
Nu blijft die informatie meestal een paar dagen onder de pet.
Het gemiddelde tarief dat makelaars berekenen bedraagt 1,68 procent
van de koopsom. Bij verkoopopdrachten (75 procent van de bemiddelingsmarkt)
zijn NVM-makelaars met een gemiddeld tarief van 1,7 procent duurder
dan collega's. Volgens de consumentenorganisaties zijn de inkomsten
van de NVM-makelaars de afgelopen vier jaar ruim verdubbeld tot
738 miljoen gulden.
De makelaars die lid zijn van de Vereniging Bemiddeling Onroerend
Goed (VBO) werken het goedkoopst. Zij vragen gemiddeld 1,48 procent.
Bij een verkoopopdracht van een huis van 500.000 gulden is de consument
bij een NVM-lid al snel zo'n 1300 gulden meer kwijt dan bij een
VBO-makelaar. Bij een aankoop bedraagt het verschil zelfs 2100 gulden.
|