Nederland mager vertegenwoordigd
in Brussel
door Gemma Buters
BRUSSEL - Voorzitter Romano Prodi
van de Europese Commissie komt morgen in Den Haag premier Kok tekst
en uitleg geven over zijn coup tegen Carlo Trojan, secretaris-generaal
van de Commissie en de Nederlandse 'topdog' in de Brusselse ambtenarij.
Voor Kok en zijn diplomaten in Brussel kwam het ontslag van de hoogste
ambtenaar van de commissie tien dagen geleden merkwaardig genoeg
als een donderslag bij heldere hemel, reden waarom de premier op
hoge toon een persoonlijke toelichting van Prodi heeft geëist
en compensatie voor het verlies van deze post.
De kleine Italiaan zal tijdens zijn verzoeningsmissie morgen wellicht al een goedmakertje in de achterzak hebben, zoals een mooie benoeming voor een Nederlander op het hoogste niveau.
Want ons land is met het vertrek van Trojan in de hoogste Brusselse regionen nu zeer mager vertegenwoordigd; met slechts twee plaatsvervangend directeuren-generaal loopt Nederland nog maar net gelijk op met bijvoorbeeld België en Griekenland. Dat klopt niet met de 'geografische balans' die de verantwoordelijke eurocommissaris Neil Kinnock nastreeft in de top van commissie.
De magere aanwezigheid van Nederlanders in de Brusselse machinerieën dateert echter al van lang voor de degradatie van Trojan, die EU-vertegenwoordiger in Genève wordt. Een blik op de jongste gegevens leert dat ons land in de hele A-categorie, die het kader van de commissie uitmaakt, achterloopt bij landen die veel minder inwoners hebben en/of minder bijdragen aan de Europese begroting.
Zo heeft België dertien mensen op A2-niveau
zitten, een treetje onder de top, tegen slechts acht voor Nederland.
Met dat aantal zit Nederland in dezelfde categorie als bijvoorbeeld
Griekenland en Zweden. Als we naar de hele A-categorie kijken, bezetten
Nederlanders daar 4,5 procent van alle posten tegen 6,1 procent
voor Griekenland en liefst 10,4 procent voor België.
Opgeofferd
"Nederland doet er te weinig aan", verzucht een Brusselse insider
die al jaren meedraait in het circuit. "Ze hebben indertijd alles
opgeofferd om Trojan op die post te krijgen, en nu zijn ze flink
geschrokken want nu hebben ze nog maar acht directeuren tegen vijftien
een paar jaar geleden. De visvijver is dus behoorlijk klein geworden."
Die boodschap is inmiddels ook in Den Haag aangekomen. Daar zijn
verschillende ministeries al enkele maanden aan het onderzoeken
hoe de Nederlandse inbreng in Brussel kan worden verbeterd. Binnenkort
wordt er een rapport over verwacht. "We moeten er harder aan trekken
in de toekomst", erkent een Nederlandse diplomaat in Brussel. "Er
moet iets gebeuren."
Eén deel van het probleem is de geringe instroom aan de
onderkant. Zeker nu de Nederlandse economie op volle toeren draait,
staan er nog maar weinig landgenoten te trappelen voor een carrière
in Brussel. Of zoals een diplomaat het verwoordt: "Als je echt goed
bent, ga je niet bij de commissie werken. Zeker niet nu de salarissen
de pan uitstijgen in het bedrijfsleven."
Daar komt bij dat degenen die wel een kans wagen, vaak sneuvelen
in de grote toelatingsexamens die ze moeten afleggen voor een baan
bij de commissie, het 'concours'. Dat is nogal op Franse leest geschoeid
met veel nadruk op het reproduceren van feiten en weetjes. Daar
gaapt een kloof met het Nederlandse onderwijs, dat meer is gericht
op inzicht dan op feitenkennis. Gevolg is dat de Nederlandse Europeanen
van het eerste uur nu langzamerhand met pensioen gaan terwijl er
weinig opvolgers klaar staan.
Maar dat is niet het hele verhaal. Volgens de eerder aangehaalde
insider laat Nederland zich bij belangrijke benoemingen ook teveel
de kaas van het brood eten. "Je moet eens met de vuist op tafel
slaan, zoals de Spanjaarden dat doen. Of de Belgen, die spelen het
spel veel slimmer en schuiven elkaar overal naar voren. Maar dat
vindt Nederland niet stroken met de Europese gedachte. Wij zijn
altijd het braafste jongetje van de klas."
|