Vermogen

Op de vermogensrendementsheffing is kritiek gekomen. Deze heffing is een hoeksteen van het belastingstelsel dat in 2001 moet ingaan. Deze week begint de Tweede Kamer met de behandeling van het stelsel.

De vermogensrendementsheffing is een belasting, ongeacht of met het vermogen wordt verdiend, bijvoorbeeld door beleggingen.

Vooral in kunstkringen is er kritiek. Verzamelaars zouden hun collecties naar het buitenland overbrengen omdat de heffing ook voor kunst kan gelden.

Hoewel het gevaar van een exodus van kunst niet onderschat moet worden, is het onredelijk om kunst niet te belasten. Daarmee zouden mensen die uit beleggingsoogpunt hun vermogen in kunst steken, beloond worden. Bovendien heeft minister Zalm al laten weten dat met belasting op kunst terughoudend zal worden omgegaan.

Ook is er kritiek van een groep hoogleraren. Volgens de groep is de nieuwe heffing oneerlijk omdat er sowieso belasting wordt geheven ook als er niets verdiend wordt met het vermogen, bijvoorbeeld als de beurskoersen dalen.

Daarnaast zouden kleine beleggers slechter af zijn omdat met grote vermogens meer te verdienen valt. Dit laatste aspect valt nog te bezien omdat in het wetsvoorstel een ruime vrijstelling is opgenomen waardoor veel kleine spaarders geen enkele belasting betalen.

Het alternatief van de hoogleraren (belasten van vermogenswinst) oogt aantrekkelijk maar heeft veel haken en ogen. Zo zou tegenover het belasten van winst, een compensatie van verlies behoren. Ook is de winst-belasting ingewikkeld waardoor het fiscale controle-apparaat vergroot moet worden.

Deze nadelen gelden voor de vermogensrendementsheffing niet waardoor dit systeem een meer dan redelijk alternatief is.

Artikel 3 der Statuten