Gezochte Serviër Arkan
in hotel doodgeschoten
Van onze correspondent - BOEDAPEST, maandag
De gevreesde Servische militieleider Arkan, het symbool
van de etnische schoonmaak in ex-Joegoslavië, is zaterdagmiddag doodgeschoten
in de lobby van een luxe hotel in Belgrado.
Zeljko Raznatovic, zoals zijn werkelijke naam luidde,
werd het slachtoffer van een even professionele als gewelddadige aanslag.
Drie gemaskerde mannen schoten een regen van kogels uit automatische geweren
op hem en zijn gezelschap af. De politie vond later maar liefst 38 hulzen
in de hal van het Inter Continental hotel. De daders wisten te ontkomen.
Volgens de berichten zouden ook twee lijfwachten van Arkan
(roofkat) zijn gedood. De zuster van Arkans vrouw zou zwaargewond zijn
geraakt. Zijn eveneens aanwezige vrouw en kinderen bleven ongedeerd.
Zeljko Raznatovic was door het VN-tribunaal voor oorlogsmisdaden
in Den Haag aangeklaagd vanwege oorlogsmisdaden. De 47-jarige werd al
jarenlang gezocht door Interpol vanwege een reeks overvallen in Europa.
Alleen Servië treurt om dood Arkan
Van onze correspondent - BOEDAPEST, maandag
Met uitzondering van Servië wordt nergens
ter wereld getreurd om de gewelddadige dood van de dief, overvaller en
etnische zuiveraar Arkan. De vreugde die in Kroatië, Bosnië
en Kosovo onder de oppervlakte sluimert, wordt getemperd door de gedachte
dat met de dood van de 'roofkat' een belangrijke getuige is verdwenen
van de oorlogsmisdaden in ex-Joegoslavië.
Volgens getuigen werd Arkan in de lobby van het Intercontinental hotel in Belgrado onder meer in zijn linkeroog getroffen maar zou hij nog in leven zijn geweest toen de ambulance arriveerde. Hij werd een uur later dood verklaard.
"Hij had cruciaal bewijsmateriaal kunnen leveren om de betrokkenheid van het regime van Slobodan Milosevic bij de oorlogsmisdaden aan te tonen", aldus Mirza Hajric, een zegsman van de Bosnische moslim-president Alija Izetbegovic. Om die reden betreurt men ook in westerse hoofdsteden de dood van Arkan.
De Servische oppositie is ervan overtuigd dat de dood
van de 47-jarige Zeljko Raznatovic, zoals Arkans werkelijke naam luidde,
door het regime is besteld. Arkan zou te veel hebben geweten en zo een
gevaar vormen voor de positie van de eveneens wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde
Joegoslavische president Slobodan Milosevic.
Afrekening
Het is echter ook heel goed mogelijk dat het om een afrekening
in het criminele circuit gaat. Arkan had een lange loopbaan als misdadiger
achter zich en werd onder meer voor roofovervallen in zes Europese landen
gezocht. Toen de oorlog in Joegoslavië begon, zag hij zijn kans schoon
om zich verder te verrijken. Op het moment van zijn dood was Arkan een
van de meest welgestelde mannen van Belgrado. Hij bezat onder meer hotels,
casino's, bakkerijen en hij zou een forse hand in de lucratieve olie-
en sigarettensmokkel hebben gehad.
Ook in ons land was Arkan actief. Bij een overval op het diamantairhuis Smit Ouwerkerk werd hij in 1979 overmeesterd. Na een veroordeling tot zeven jaar cel wist hij binnen een half jaar te ontsnappen uit de Bijlmerbajes.
Volgens oppositieleider Vuk Draskovic is de aanslag vooral "een bewijs dat er staatsterrorisme bestaat in Servië". Draskovic is ervan overtuigd dat in de politiestaat Servië een moord op zo'n machtig man niet mogelijk is zonder toestemming van Milosevic.
Arkan zou uit de gratie zijn geraakt omdat hij weigerde
op te treden tegen de demonstranten tegen het bewind van Milosevic in
Belgrado. Volgens oppositieleider Zoran Djindjic had de vrouw van Milosevic,
Mirjana Markovic, hem daarvoor geld geboden. Arkan hield zich ook regelmatig
op in Montenegro en koesterde sympathie voor de hervormingsgezinde president
Milo Djukanovic, de felste tegenstander van Milosevic.
Vuile werk
Tegen deze complot-theorie spreekt dat Arkan zeker in het verleden
nauwe banden met Milosevic onderhield. Hoewel beiden bijna nooit samen
werden gezien, wordt algemeen aangenomen dat Arkan het vuile werk opknapte
voor Milosevic. Als voorzitter van de supportersclub van de voetbalclub
Rode Ster Belgrado ronselde Arkan de harde kern van de hooligans voor
geheime operaties tijdens de oorlogen in ex-Joegoslavië. De zogenaamde
Arkan Tigers waren overal gevreesd.
Het speciale VN-tribunaal voor oorlogsmisdaden in Den Haag zegt dat Arkan betrokken was bij het drama rond het hospitaal in het Kroatische Vukovar. De Tigers zouden daar in 1991 honderden patiënten uit het ziekenhuis hebben gedreven om ze vervolgens dood te schieten. De Tiger-militie zou ook verantwoordelijk zijn voor massamoorden in Bosnië en Kosovo.
Voor veel Serviërs was Arkan een held omdat hij er als een man voor uitkwam met alle middelen voor zijn land te zullen vechten. Zelfs onder veel jongeren was Arkan populair. In Belgrado was de sfeer daarom ook bedrukt. Nu zelfs een machtig man als Arkan kan worden vermoord, voelt niemand zich meer veilig.
De Amerikaanse superonderhandelaar voor de Balkan, Richard Holbrooke, wil van verheerlijking niets weten. "Arkan was gewoon een freelance moordenaar."

Het lichaam van de overleden bodyguard van Zeljko
Raznatovic, beter bekend als Arkan, wordt weggedragen uit het Intercontinental
Hotel in Belgrado. De crimineel Arkan werd in de lobby door nog onbekende
daders om het leven gebracht.
FOTO: EPA

Arkan leidde in het voormalige Joegoslavië de
militie die bekend stond als de Tigers. Zijn 'Tijgers' waren alom gevreesd
om hun wrede optreden. De beruchte Serviër, hier in het Bosnische
Prijedor saluerend naar zijn manschappen, werd zaterdag in Belgrado vermoord.
FOTO: Reuters
|