|
14 januari 2000 |
|
Dna-band Staatssecretaris Cohen (Justitie) heeft laten weten dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst volgende maand begint met dna-testen voor asielzoekers uit Irak en Afghanistan, die vanwege gezinshereniging naar ons land willen. Daarbij gaat het om mensen die geen degelijke documenten hebben, waaruit de biologische band blijkt met een of meer al in Nederland verblijvende familieleden. Wie (zonder goede papieren) niet meewerkt aan een dna-onderzoek, komt niet in aanmerking voor gezinshereniging. Een terechte maatregel waar niemand bezwaar tegen kan hebben, om de eenvoudige reden dat hij alleen bedoeld is om fraude tegen te gaan. Het heeft lang geduurd voor de maatregel er was, dat wel. Twee jaar geleden was er al een flinke Kamermeerderheid die een dna-test wilde in gevallen van twijfel aan de bloedband van mensen die toegang eisen op grond van gezinshereniging, zij het dat de PvdA toen nog opmerkte een beetje fraude niet voldoende reden te vinden voor een test. Dit laatste soort gesputter wordt gelukkig niet meer gehoord. Alle fraude is fout en behoort afdoende bestreden te worden. En bij Irak en Afghanistan mag het natuurlijk niet blijven. |
Artikel 3 der Statuten |
Kansspel Het College van Toezicht op de Kansspelen heeft grote bezwaren tegen een liberalisatie van de kansspelmarkt. Volgens het college zullen de instellingen voor goede doelen jaarlijks een half miljard gulden mislopen, als het organiseren van loterijen helemaal wordt vrijgegeven. Dit laatste gebeurt als het advies wordt opgevolgd van een werkgroep van Justitie, die heeft onderzocht of de huidige strakke regels losgelaten kunnen worden. De werkgroep vindt dat de overheid zich voortaan moet beperken tot het beschermen van de consument tegen gokverslaving en tegen oneerlijk spel. Een heldere stellingname waarin terecht wordt afgerekend met al te bevoogdende regels, die op den duur toch niet meer te handhaven zijn als gevolg van de internationalisatie van het gokken en de populariteit ervan op internet. Bij dit alles is de vrees van bijvoorbeeld charitatieve organisaties voor lagere inkomsten ongetwijfeld realistisch. Daar staat echter tegenover dat de consument zelf de vrijheid behoort te hebben al of niet te kiezen voor een kansspel met een goed doel. Tegen uitwassen van kansspelen moet altijd gewaakt blijven worden, maar tegen liberalisatie bestaat in onze tijd geen doorslaggevend bezwaar meer. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|