Het kabinet en de centrale organisaties van werkgevers en werknemers
zijn dicht bij een akkoord over de toekomst van de uitvoering van de sociale
zekerheid in Nederland. Dat is het resultaat van een onverwachte en geheime
bijeenkomst gisteravond van de voorzitters van VNO-NCW, FNV, CNV, MHP,
MKB-Nederland en LTO-Nederland met minister De Vries en staatssecretaris
Hoogervorst (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).
Kern van de naderende overeenkomst is een model waarin de sociale partners
toch zeggenschap krijgen in het bestuur over de sociale zekerheid. Zeer
waarschijnlijk leidt het akkoord tot een structuur waarin alle sociale
partners, eventueel via een gezamenlijke afvaardiging, samen met de rijksoverheid
een bestuurlijke laag vormen als koepel voor het bepalen van het beleid
in de sociale zekerheid, en dan met name de werknemersverzekeringen wao
en ww.
Ook zijn de sociale partners en het kabinet elkaar genaderd over de vraag
of er meer concurrentie en marktwerking moeten komen in de sociale zekerheid.
Maar op dit punt is nadering uitwerking nodig. Hiertoe is afgesproken
dat de sociale partners de komende dagen met hun achterban overleg plegen.
Volgende week komen de voorzitters van de centrales en de bewindslieden
weer bij elkaar om de hoofdlijnen van het akkoord in de steigers te zetten.
Daarna kan De Vries met het voorstel naar het kabinet.
Op laatste moment
De bijeenkomst op het ministerie van De Vries in Den Haag is op
het laatste moment geregeld. Op initiatief van De Vries kregen de voorzitters
kort van te voren een persoonlijke
uitnodiging. Omdat De Vries (foto) daarbij al liet doorschemeren
dat hij de sociale partners tegemoet wilde komen, hebben de voorzitters
hun deelname aan de bijeenkomst toegezegd.
Met het geheime overleg werd de impasse doorbroken die was ontstaan na
een heftige ruzie tussen de sociale partners enerzijds en De Vries en
Hoogervorst anderzijds. De discussie over de toekomstige uitvoeringsorganisatie
in de sociale zekerheid loopt al ruim een jaar. Aanvankelijk waren de
sociale partners tevreden over de hoofdlijnen van het kabinetsvoorstel.
Er zou meer concurrentie komen tussen de huidige uitvoeringsinstellingen
werknemersverzekeringen, de uvi's. Daarnaast zouden de sociale partners
bestuurlijk een woord kunnen meespreken.
In de herfst van vorig jaar kwam De Vries, die in zijn vorige functie
als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER) vierkant achter werkgevers
en werknemers stond, volstrekt onverwachts met een ander plan op de proppen.
Hij was van de concurrentie tussen de uvi's afgestapt en presenteerde
een model met een door de staat aangestuurde uvi, ofwel een mono-uvi,
waarbij de sociale partners bestuurlijk buitenspel zouden worden gezet
en de concurrentie van de baan zou zijn.
Woede
De sociale partners waren woedend en weigerden verder met De Vries
en Hoogervorst te overleggen. De vakbeweging dreigde zelfs per januari
2000 uit alle besturen in de sociale zekerheid te stappen. Eind december
kwamen de sociale partners zelf met een voorstel, waarin zij enige toenadering
tot De Vries zochten. Daarna was het wachten op het definitieve model
waarmee De Vries naar het kabinet zou stappen om een wetsvoorstel voor
te bereiden.
Volgens diverse betrouwbare bronnen is het gesprek van gisteravond in
een opvallend goede, open sfeer verlopen. "Er zit duidelijk beweging in
de standpunten over en weer", aldus deze zegslieden. "We kunnen hoopvol
zijn. Een akkoord zit er duidelijk aan te komen. Gezien de gevoeligheid
van de materie moeten de details echt achter de komma worden uitgewerkt,
anders kunnen er later weer misverstanden over ontstaan. Je kunt het niet
maken om straks weer rollebollend over straat te gaan."
De bestuurlijke invloed van de sociale partners kan vorm krijgen als
een extra orgaan boven de huidige uvi's, melden de bronnen. Daarmee zou
het plan van de mono-uvi van de baan zijn. Maar De Vries en Hoogervorst
hebben voorgesteld om de mono-uvi toch te handhaven en gevraagd of de
sociale partners dit met hun achterban willen bespreken.
De marktwerking en concurrentie zouden dan vooral in de uitvoering
moeten komen en in de relatie tussen de mono-uvi en de arbo-diensten van
bedrijven. Verzekeraars en andere dienstverleners zouden daarbij een rol
kunnen spelen. Op die manier kan de efficiëntie van de uitvoering
in de sociale zekerheid worden bevorderd, redeneren de bewindslieden.