Van onze parlementaire redactie - DEN HAAG, donderdag
Kleine ondernemers zijn vanaf 2001 in het nieuwe belastingstelsel
duidelijk beter af nu minister Zalm en diens staatssecretaris Vermeend
(Financiën) hebben besloten het aanmerkelijk-belang-tarief niet te
verhogen tot 30%, maar op 25% te handhaven.
Dat blijkt uit de definitieve uitwerking van de wijzigingsvoorstellen
van beide bewindslieden die gisteren naar de Tweede Kamer zijn gestuurd.
Het weer terugdraaien van de verhoging van het AB-tarief waartoe de bewindslieden
onder druk van de Tweede Kamer besloten kost de schatkist zo'n 150 à
175 miljoen gulden. Zalm en Vermeend hebben besloten de rekening hiervoor
weer bij de ondernemers neer te leggen, maar ontzien daarbij het midden-
en kleinbedrijf.
In de nieuwe voorstellen wordt aangegeven dat nu zal worden afgezien
van een geplande verhoging van het tariefopstapje in de vennootschapsbelasting
van 50.000 naar 100.000 gulden, waardoor het lage tarief van 30% dus niet
wordt verruimd.
Vergroeningsregels
Deze verhoging was eerder aan het bedrijfsleven toegezegd als
onderdeel van de terugsluis van verdere vergroeningsregels die binnenkort
in het belastingstelsel worden ingebracht. Het schrappen van de verhoging
van het vpb-opstapje levert de bewindslieden 120 miljoen gulden op, maar
raakt het midden- en kleinbedrijf niet of nauwelijks.
Door het weer terugbrengen van het AB-tarief tot 25% komt de effectieve
belastingdruk voor ondernemers weer net onder het in het nieuwe plan voorgestelde
toptarief van 52% te liggen. In plaats van 54,5% is dat nu 51,25%. Zalm
en Vermeend benadrukken daarbij dat bij winsten onder 50.000 gulden de
druk zelfs tot 47,5% beperkt blijft.
Ook op het punt van de stakingsvrijstelling komen de bewindslieden het
midden- en kleinbedrijf tegemoet. Aanleiding vormen felle protesten vanuit
de Tweede Kamer tegen de forse beperking van de huidige 45.000 gulden
tot nog slechts 8.000 gulden.
Voor iedereen die op 31 december 2000 ondernemer is wordt nu een overgangsregeling
voorgesteld waarbij voor 55-plussers het huidige maximum van 45.000 gulden
wordt gehandhaafd en dit bedrag vervolgens in 5 jaar tijd geleidelijk
te verminderen tot 15.400 gulden.