Nieuw virus treft varkensbedrijf

Plan voor opkoop eenderde varkens

Van onze economische redactie DRACHTEN, donderdag

Na abortus blauw en de varkenspest wordt de varkenshouderij opnieuw geplaagd door een besmettelijke ziekte. Het Circo-2-virus, oftewel de wegkwijnziekte, is tot nu toe op zo'n 100 varkensbedrijven aangetroffen.

Deze sluimerende virusziekte, die ongevaarlijk is voor de volksgezondheid, tast het immuunsysteem aan van biggen en jonge varkens. Het is nog niet duidelijk waar het virus precies vandaan komt, en hoe het moet worden bestreden.

Schade
Dat heeft de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) gisteren bekend gemaakt. "We weten niet of de honderd bedrijven het topje van de ijsberg zijn, mogelijk is het virus wijd verbreid", zegt onderzoeker dr. M. de Jong van de GD.

LTO maakt zich al langer zorgen om de ziekte, die voor het eerst begin vorig jaar in ons land de kop opstak. "Omdat we zoveel signalen kregen over een nieuw virus in Nederland hebben we de GD in november verzocht een onderzoek te starten. Daaruit blijkt dus dat 100 bedrijven besmet zijn. Het is nu zaak te weten waar het virus vandaan komt en hoe het bestreden kan worden."

Ziektebeeld
Volgens onderzoeker De Jong zit er sinds het afgelopen voorjaar een stijgende lijn in het aantal gevallen van wegkwijnziekte in Nederland.

De grootste schade zit voor de varkenshouder in de hogere voer- en dierenartskosten. En het kost de boer natuurlijk geld als de dieren sterven. Normaal gesproken sterft zo'n drie procent van de biggen op het bedrijf voortijdig als gevolg van ongelukjes. Door de wegkwijnziekte kan dat percentage oplopen tot 10 procent. "

Wereldwijd
De ziekte is wereldwijd verspreid. Zo stak het 1991 de kop op in Canada en de Verenigde Staten, en eind jaren negentig in onder meer Spanje, Frankrijk, Denemarken, Ierland en Duitsland.

"Voor ons is op dit moment de hamvraag hoe de besmetting tot stand komt", zegt De Jong. Over het ontstaan van de ziekte rouleren wereldwijd meerdere theorieën. De wegkwijnziekte kan zijn verspreid door het transporteren van dieren of dierproducten. Of het kan zijn voortgekomen uit voedingsproducten uit de tropen als kokosmeel of bananen die aan varkens gevoerd zijn.

Stalling
De GD concludeert dat het virus op het ene bedrijf harder om zich heen slaat dan op het andere. "We zijn nu aan het onderzoeken hoe dat kan. Het kan te maken hebben met bijvoorbeeld de stalling." De dienst adviseert de boeren goed op te letten bij het aankopen van nieuwe dieren. "Die moeten van een virus-vrij bedrijf komen", zegt De Jong.