Eneco en Remu stapten naar de rechter omdat hen een miljoenenstrop wacht.
De beide bedrijven moeten extra stroom bij bestellen en de productiebedrijven
rekenen daarvoor een hoge boeteprijs. Deze boete is onderdeel van een
protocol dat de energiesector in 1997 is overeengekomen. De twee distributiebedrijven
eisten in het kort geding dat Nuon, Essent en Delta af zouden zien van
de boetebepaling.
Volgens Eneco en Remu heeft het liberaliseringsproces het protocol ingehaald.
Het protocol werd in het leven geroepen om te voorkomen dat de overgang
naar een vrije stroommarkt zonder al te grote schokken zou verlopen. "Maar
het liberaliseringsproces is veel sneller gegaan dan iedereen destijds
had voorzien", aldus de eisers. Zij noemen het protocol nu 'een duidelijk
voorbeeld van kartelvorming'.
Twaalf maal zo veel
In het protocol hebben de energiebedrijven onder meer afgesproken
dat tot het jaar 2000 de distributiebedrijven voor eind oktober aan de
stroomproducenten moeten opgeven hoeveel vermogen zij het volgende jaar
willen afnemen. Willen de bedrijven op een later moment nog extra capaciteit
bij bestellen, betalen ze niet de normale prijs van 0,10 per kilowattuur,
maar het twaalfvoudige daarvan (1,25 per kilowattuur).
Eneco en Remu hadden gehoopt veel meer goedkopere buitenlandse stroom
te kunnen importeren dan de bedrijven uiteindelijk aan capaciteit is toegekend.
Hierdoor moeten zij nu alsnog aankloppen bij de Nederlandse productiebedrijven.
"Gegokt en verloren", zo luidde het standpunt van hun concurrenten gisteren.
De energiebedrijven zijn in een felle strijd verwikkeld om de klanten
binnen te halen die nu al vrij zijn om te kiezen bij wie ze hun stroom
kopen. Waar de bedrijven aan de ene kant moeten concurreren met scherpe
prijzen, zijn ze aan de andere kant nog gebonden aan de oude afspraken.
Eneco en Remu verwijten de drie gedaagden daarbij dat zij geen redelijk
overleg voeren in het conflict over de stroomprijs. Volgens Eneco en Remu
maken hun concurrenten misbruik van het protocol om hen een gevoelige
financiële slag toe te brengen. "Andere jaren werd er ook achteraf
extra stroom bijbesteld zonder dat de betrokken partijen eisten dat het
boete tarief daarvoor in rekening zou moeten worden gebracht. Waarom nu
ineens wel", zo vroegen zij zich af.
Niet eerlijk
Volgens Essent, Nuon en Delta is dat niet het geval. "Alle andere
bedrijven hebben wel op tijd hun bestellingen doorgegeven met hun inkoopstrategie
rekening gehouden met de protocol-afspraken." Het zou volgens de gedaagde
partijen niet eerlijk zijn de extra winsten van Eneco en Remu nog eens
te belonen met een uitzondering op de regels.
Daarbij zijn Eneco en Remu niet de enigen die hebben gemikt op een hoge
stroomimport. Het beperkte Nederlandse kabelnetwerk heeft in totaal is
er 800 Megawatt beschikbaar voor de import van stroom. Alle aanvragen
bij elkaar opgeteld vroegen de energiebedrijven om 350.000 Megawatt aan
capaciteit. Dat is meer dan het totale productievermogen van heel Europa.
Voor Remu en Eneco is die gigantische overvraging van importcapaciteit
illustratief voor de onzekerheid over het beleid waar de hele markt mee
leeft. "Wij hebben echt niet met opzet onze kop in de strop gestoken."
De gedaagde partijen toonden zich echter niet gevoelig voor dat argument.
"Juist in deze roerige markt is het protocol de enige zekerheid die de
marktpartijen hebben".