In het Belgische veevoeder wordt nog steeds op grote schaal afgewerkt
frituurvet verwerkt, terwijl dat sinds de dioxinecrisis bij onze zuiderburen
is verboden. Volgens vertegenwoordigers van de Vlaamse vetsmelters gaat
het om vet dat via Nederlandse handelaren illegaal opnieuw wordt ingevoerd.
De frituurvetten die bij containerparken worden ingeleverd en bij snackbars
vandaan komen, zouden worden uitgevoerd naar Nederland. Daar worden ze
vermengd met dierlijke vetten en vervolgens als puur dierlijk vet weer
uitgevoerd naar België waar het in veevoer terecht komt, zo heeft
een getuige voor de Belgische parlementaire dioxinecommissie verklaard.
Een recent onderzoek van het Belgische ministerie van Landbouw bevestigt
deze gang van zaken, zo meldde de Vlaamse krant De Morgen gisteren.
Het ministerie heeft de afgelopen maanden steekproeven bij veevoederbedrijven
gedaan met een speciaal ontwikkelde methode om resten van frituurvet te
ontdekken. Van de 44 geteste monsters bleken er liefst twaalf positief;
een score van ruim 25%. Een nader onderzoek is inmiddels gestart.
Transformatorolie
Na het uitbreken van de dioxinecrisis in België vorig jaar,
is het gebruik van frituurvet in veevoer stevig aan banden gelegd. Het
vet mag alleen nog worden gebruikt als het rechtstreeks uit de voedingsmiddelenindustrie
komt, bijvoorbeeld van een chipsfabriek. Vet bij een handelaar kopen mag
niet meer. De Belgische regering verbood dat toen duidelijk werd dat de
dioxinecrisis waarschijnlijk is ontstaan doordat er pcb-houdende transformatorolie
terecht is gekomen in een vat met oud frituurvet. Om dat risico te vermijden,
is afgewerkt vet van restaurants, containerparken en 'frietkotten' voortaan
taboe.
Aanvankelijk werd ook de export van afgewerkt vet scherp in de gaten
gehouden. Handelaren moesten een vergunning hebben om oud frituurvet uit
de containerparken uit te voeren, terwijl er voor vet uit frietkotten
ook nog eens een keuring moest worden verricht door het land van bestemming
om vast te stellen dat er geen dioxine en pcb's in zitten.
In december vorig jaar besloot de Europese Commissie echter dat het vettransport
weer vrij moest worden gegeven. De grondstoffeninspectie van het ministerie
van Landbouw was bang dat er meteen volop fraude zou worden gepleegd en
begon daarom met steekproeven.
Voor malafide vethandelaren is er extra veel geld aan het afgewerkte
frituurvet te verdienen omdat ze het nu gratis kunnen krijgen, terwijl
de frituur-uitbaters er voorheen geld voor kregen. Nu moeten frietbakkers
geld toeleggen om van het vet af te raken. Het frietminnende België
produceert doorgaans zo'n 2000 ton afgewerkte frituurolie per maand.
Witboek
Eurocommissaris Byrne presenteerde gisteren in Brussel
zijn witboek voor voedselveiligheid, waarin ook regels zijn opgenomen
voor de samenstelling van veevoer. In totaal kondigde Byrne tachtig nieuwe
Europese regels aan, die het voedsel moeten beschermen van de oorsprong
tot het op tafel staat.
Vanuit het Europees Parlement is echter teleurgesteld gereageerd op Byrnes
plannen voor een Europese onafhankelijk bureau dat moet toezien op de
voedselkwaliteit. In tegenstelling tot de Amerikaanse FDA krijgt dit bureau
geen wetgevende bevoegdheden maar kan het alleen adviezen uitbrengen.