De versoepeling bij de spaarpolissen maakt deel uit van de ingrijpende wijzigingsvoorstellen van het belastingplan 2001 waar het kabinet mee heeft ingestemd en die vandaag naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

De coalitiepartijen PvdA en D66 reageerden gisteren reeds positief op alle aanpassingen. Ook het CDA is verheugd en gaat nu volop meedoen aan het debat in de Kamer.

Gisteren werd al bekend dat de bewindslieden de Kamer ook tegemoet komt op het punt van de middeninkomens, mensen met een deeltijdbaan en 65-plussers door de ww-premies te verlagen.

Daarnaast is nu ook besloten de kleine ondernemers alsnog te ontzien. De geplande verhoging van het zogenaamde aanmerkelijk-belang-tarief tot 30% wordt weer ongedaan gemaakt, waardoor het tarief op 25% wordt gehandhaafd.

Ook op het punt van de pensioenen, het spaarloon en de lijfrente-aftrek hebben Zalm en Vermeend een aantal flinke concessies richting de Tweede Kamer gedaan.

Zo blijft er een voor iedereen beschikbare lijfrente-aftrek van circa 1000 euro (ruim ƒ2200) bestaan. Dit wordt met name gefinancierd door een deal tussen Vermeend en de verzekeraars, waardoor deze de gemaakte kosten voortaan over tien tot vijftien jaar moeten afschrijven in plaats van in één keer.

De lijfrente-aftrek mag via de spaarloonregeling lopen, die overigens samen met de premiespaarregeling volledig in stand blijft maar niet meer jaarlijks verhoogd zal worden. Werkgevers gaan straks wel 15 in plaats van 10% premie betalen over de spaarregelingen.

Daarnaast worden de mogelijkheden om een goed pensioen op te bouwen via enkele aanpassingen verder verbeterd. Zo wordt de zogenaamde aow-franchise verlaagd van circa 30.000 naar 21.000 gulden, waardoor met name gehuwden en samenwonenden op een veel hoger pensioen kunnen uitkomen. Ook de mogelijkheden om via een 'jaarlijkse inhaal' een pensioentekort versneld weg te werken worden verruimd.

Voor mensen met een flink vermogen blijven Zalm en Vermeend bij hun vermogensrendementsheffing van per saldo 1,2%. De vrijstelling van ƒ37.500per persoon blijft gehandhaafd. Nieuw is daarbij een drempel voor schulden: de eerste 5000 gulden mag voortaan niet worden afgetrokken van het vermogen.